Waarom kan de ene mens beter met tegenslag omgaan dan de andere?

Samenleving
donderdag, 02 juni 2016 om 18:33
welingelichtekringen header 1
De een gaat na een tegenslag opgewekt verder en de ander blijft tijden bij de pakken neerzitten. Wat maakt het verschil? En kun je daarin veranderen? Het draait allemaal om veerkracht en ja, dat is aan te leren. De Amerikaanse ontwikkelingspsychologe Emmy Werner volgde bijna 700 kinderen 32 jaar lang, van voor hun geboorte tot ze dertigers waren. Een deel kwam in de problemen door allerlei tegenslagen, maar een ander deel had gelijksoortige ellende meegemaakt en groeide toch op tot stabiele volwassenen. Ze schreef dat toe aan de mate van veerkracht. Ze ontdekte dat de veerkrachtige kinderen een 'interne beheersingsoriëntatie' hadden oftewel een interne locus of control. Ze geloofden dat zij, en niet hun omstandigheden, invloed hadden op wat ze bereikten. Ze zagen zichzelf als de orkestmeester van hun eigen lot. George Bonanno, klinisch psycholoog aan het Teachers College van de Universiteit van Colombia, kwam tot gelijkaardige conclusies na 25 jaar onderzoek naar veerkracht. Hij gelooft dat iedereen beschikt over hetzelfde fundamentele 'stress-responssysteem', dat over miljoenen jaren is geëvolueerd en vroeg zich af waarom sommigen dat systeem zo veel vaker of zo veel efficiënter gebruiken dan anderen. Een centraal begrip bij veerkracht is volgens Bonanno perceptie. Interpreteer je een gebeurtenis als een trauma, of als een kans om te leren en te groeien? "Gebeurtenissen zijn niet traumatisch, tot we ze ervaren als traumatisch." Het goede nieuws is dat je kunt leren om tegenslagen positief te interpreteren. "We kunnen onszelf meer of minder kwetsbaar maken door de manier waarop we nadenken over de dingen," betoogt Bonanno. Het is in zekere zin een selffulfilling prophecy. Als je een tegenslag interpreteert als een uitdaging, zul je er flexibeler mee kunnen omgaan. Je kunt mensen trainen om op een positievere manier om te gaan met tegenslag, en die training lijkt duurzame effecten te hebben.
Bron(nen): Knack