1. Geef. In het Boeddhisme stelt men dat ‘dana’ oftewel ‘geven’ een factor is voor
geluk. Het gaat hier niet alleen om het geven van materie maar ook van raad, complimenten en wijsheden. Voordat je iets geeft ben je blij, tijdens het geven is je geest extra helder en na het geven voel je je voldaan. (
Anguttara Nikaya) 2. Leef in het heden. Heb geen spijt van het verleden, verlang niet naar de toekomst, maar leef aandachtig in het hier en nu. Hier word je gelukkig van. (
Samyutta Nikaya) 3. Vergelijk jezelf niet met anderen. Zie jezelf niet als beter, niet als slechter en zelfs niet als gelijkwaardig aan anderen. Denk helemaal niet in termen van het ‘zelf’ en de ‘ander’. (Sutta Nipata 918) 4. Zet geld niet hoog op je prioriteitenlijstje. Het is fijn om geld te hebben: je kunt ervan genieten, anderen gelukkig maken en het besteden aan spirituele bezigheden. Maak geld echter niet tot het belangrijkste doel in je leven. (
Anguttara Nikaya) 5. Neem initiatief op je werk. Boeddha zag werk als een manier om initiatief en intelligentie te tonen. (
Anguttara Nikaya) 6. Stel betekenisvolle doelen in je leven. Boeddha’s laatste woorden waren: ‘blijf mindfull streven naar je doelen’ (
Majjhima Nikaya) 7. Maak vrienden en koester familie. Wees genereus, aardig en bied hulp aan familieleden. Omring jezelf met goede vrienden die je energie geven. (
Mangala Sutta) 8. Wees optimistisch. Denk positief en wees sympathiek, zelfs tegen mensen die niet goed voor je zijn geweest.(
Majjhima Nikaya) 9. Wees dankbaar. Dankbaarheid biedt volgens Boeddha één van de grootste beschermingen tegen ongeluk. (
Anguttara Nikaya)