Toen milieuarts Henk Jans de Moerdijkse burgemeester Wim Denie hoorde verklaren dat de brand bij Chemie-Pack ‘geen gevaar had opgeleverd voor de volksgezondheid’, wist hij dat de communicatie weer faalde. ‘Geen gevaar? De horizon zag zwart van de rook! Ik dacht: Hoe kan ik deze onzinuitspraak nog herstellen?’ De Volkskrant legt uit dat het einde van goedpraters als Denie en ex-minister Cramer dankzij internet is gekomen De eerste uren van een crisis gelden als de 'golden hours'. Voor een communicatieafdeling geldt dan hetzelfde als voor de brandweer: de klok tikt, snelheid is geboden. Crisiscommunicatie laat zich vergelijken met een blusoperatie. Hapert die in de ‘gouden uren’, dan wordt het de dagen erna voor het crisisteam een helletocht bergopwaarts. De snelheid van de nieuwscyclus is met sprongen toegenomen. De rol die sociale media als Twitter spelen bij communicatie én geruchtenvorming, wordt steeds invloedrijker. Een andere trend is het afnemend gezag van de overheid. ‘Internet liegt niet, hoor’, schreeuwde een boze inwoner van Barendrecht eind 2009 tegen toenmalig milieuminister Cramer. Het kabinet had Barendrecht aangewezen als ondergrondse opslaglocatie voor CO2 en Cramer kwam dat uitleggen aan de verontruste bewoners. ‘Als er doden vallen, kom ik u opzoeken’, kreeg de minister te verstaan. Ook in Barendrecht maakte de overheid basale communicatiefouten.
Een voorbeeld is de consternatie februari 2010 bij station Den Bosch, waar ‘een man in een jurk’ een bom zou hebben geactiveerd in een trein. Een NS-medewerkster verklaarde ten onrechte op Radio 1 dat inderdaad een explosief was gevonden. De politie heeft bergen werk moeten verzetten om dat recht te breien. De angst rond Moerdijk werd extra gevoed door toxicologen, die elkaar op tv (het was een ramp op primetime) zo consequent tegenspraken. En dat de media een wedstrijd hielden wie het meest angstaanjagende beeld en verhaal had. Feit is dat niemand vandaag een antwoord kan geven op de veelgestelde vraag van bewoners naar de kankerrisico’s op de lange termijn. En dat is het kernprobleem: autoriteiten willen graag gehoor geven aan de roep om duidelijkheid. Maar duidelijk is er niet na een ramp.