Een ritueel offer van de Japanse premier Shinzo Abe in de Yasukuni-tempel waar de Japanse oorlogsdoden, onder wie veroordeelde oorlogsmisdadigers, worden geëerd, heeft kwaad bloed gezet bij de buurlanden
China en Zuid-Korea. Peking en Seoul zien in de actie van de regeringsleider een provocatie die de toch al gespannen verhoudingen verder op scherp zet.
Eerder legde Peking beslag op een Japans schip. Het bedrijf dat eigenaar is van het vaartuig had geen herstelbetalingen overgemaakt die overeen zouden zijn gekomen na de Tweede Wereldoorlog. Tokio noemt de Chinese actie ,,zeer betreurenswaardig'' en waarschuwt voor de gevolgen.
,,Het is onvermijdelijk dat dit een ongunstige invloed heeft op Japanse bedrijven in China. We dringen er bij de Chinese autoriteiten op aan de zaak op de juiste manier af te handelen'', liet de Japanse regering weten. Volgens Tokio bracht Abe het offer als privépersoon en niet als minister-president.
Volgens Peking is het gebaar echter ,,een klap in het gezicht van de leider van Japans naaste bondgenoot''. Ook Seoul sprak in sterke bewoordingen zijn afkeur uit. ,,We betreuren het dat premier Abe het Japanse kolonialisme en de agressieoorlog romantiseert door eer te betuigen in het Yasukuni-heiligdom''.