Topwielrenners Primoz Roglic, Wout van Aert en geweldenaar op het ijs in ruste Nils van der Poel zijn slechts enkelen in een lange rij topsporters die zweren bij bicarbonaat: een soort bakpoeder dat de prestaties verbetert.
De een noemt het een ‘soepje’, de ander een ‘drilpudding’. Ook komen de termen 'drabje’, ‘yoghurtje’, en een ‘papje’ langs.
Het is al veertig jaar bekend dat dit middel werkt om verzuring van het lichaam uit te stellen. Het lichaam verdroeg de stof echter nooit. Wie het nam, kreeg last van overgeven, boeren en diarree. Maar sportvoedingsproducent Maurten heeft een manier gevonden waardoor mensen het wel kunnen binnenhouden. En dus zijn nu vooral duursporters fan.
Mathieu Heijboer, performancemanager bij wielerploeg Jumbo-Visma,
legt uit in het AD: "Met name bij explosieve inspanningen helpt het. Dus bij tijdritten en aankomsten met een felle sprint bergop. We kiezen altijd heel bewust de momenten uit. Primoz neemt het pakweg tussen de tien en twintig keer per seizoen. Veel vaker is juist weer niet aan te raden, want het houdt ook vocht vast. Bij de een werkt het ook beter dan bij de ander. Je moet het wel echt zien als een klein onderdeel van een goede prestatie. Een
marginal gain, zoals dat zo mooi heet. Maar in de topsport gaat het juist om de details. Het is een klein stukje van een heel grote puzzel.’’
Het fijne is dat het middel totaal niet schadelijk is voor het lichaam, ook niet op de lange termijn. De dopinginstanties zien er dan ook geen kwaad in.