PARIJS (ANP) - Het had goud kunnen zijn, maar het werd zilver voor Marianne Vos in de wegrace op de Olympische Spelen. Geen herhaling van Londen 2012, waar de 37-jarige Brabantse glorieus won voor Buckingham Palace, maar een gewonnen sprint achter de Amerikaanse winnares Kristen Faulkner bij Trocadero.
Het duurde even voordat Vos het kon plaatsen. Een gemiste kans? Nee, waarschijnlijk niet. Al zag het er, toen ze met de Hongaarse Blanka Vas vooruitreed, goed uit. "Het was een goede situatie, maar ik had niet heel veel meer over. We zagen het verschil met de achtervolgers steeds kleiner worden en toen waren ze er."
Het ging om Faulkner en de Belgische wereldkampioen Lotte Kopecky. De Amerikaanse speelde het slim en ging drie kilometer voor de finish meteen in de aanval. Vos en Kopecky keken naar elkaar. "Het is een combinatie van pokeren en niet kunnen. Eigenlijk had ik de benen niet meer en hoopte ik dat Kopecky het zou doen. Maar zij zal hetzelfde hebben gedacht over mij. Plus het feit dat Faulkner gewoon heel sterk was."
Breuk
De taak van Vos was vooraf doorgesproken. Lorena Wiebes was de kopvrouw van de Nederlandse ploeg in Parijs. "Het was mijn taak niets te missen. Ellen (van Dijk) had de koers geweldig goed gecontroleerd, terwijl Demi (Vollering) en Lorena alert reden."
Tot een val kort voor de eerste passage op de klim naar de Sacré-Coeur tot een breuk in het peloton leidde. Alleen Vos was mee vooraan. "Ik wist niet wat er gebeurd was, maar dan moet je de gunstigste situatie proberen te creëren." Alleen Kopecky slaagde erin vanuit de achtergrond terug te komen. Vos ging er met Vas vandoor en leek op weg naar mogelijk goud.
Traantje
Het werd een sprint om zilver, dat ze tweede was geworden kon ze in eerste instantie niet geloven. "Ik zag het op het bord maar het leek me een fout." Het was een nieuwe medaille na ook al olympisch goud op de puntenkoers bij de Spelen van Beijing in 2008. "Het is dubbel, want als team kwamen we hier voor goud en je wilt het team niet teleurstellen. Maar voor mij is het wel speciaal dat ik zestien jaar later nog eens een olympische medaille win. Ik heb niet voor niks al een traantje gelaten."
De 'meiden' zeiden bovendien dat ze het goed gedaan had. "Voor mij was het al bijzonder om hier te staan, om onderdeel te zijn van de Spelen in zo'n sterke ploeg. Zilver was niet waarvoor we kwamen, maar ik had ook niet gedacht dat ik deze kans nog eens zou krijgen."