Dinsdag was weer Oranjedag in
Sotsji.
Nederland handhaafde zich dankzij de vierde sweep van deze
olympische spelen bovenin de top van het medailleklassement. Alleen Duitsland en Noorwegen scoren beter door een groter aantal gouden medailles. Wordt het totaal aantal plakken geteld, dan staat Nederland op een gedeelde eerste plaats met de Verenigde Staten met elk 20 medailles.
Zoals verwacht behaalde Nederland de 1-2-3 op de 10.000 meter mannen, verrassend was evenwel dat niet Sven Kramer met goud naar huis gaat, maar Jorrit Bergsma. Oudgediende Bob de Jong was op zijn vijfde Spelen goed voor brons. Hij was er zielsgelukkig mee maar bleef ook realistisch. ,,Ik neem het de buitenlanders kwalijk dat ik deze medaille heb gewonnen. Dat is eigenlijk een schande'', zei De Jong grappend achteraf. De Noorse schaatsers en de Rus Ivan Skobrev zegden af voor de 10 kilometer. Bij voorbaat kansloos, was de Noorse verklaring.
Bij de Noordse combinatie was dat bepaald niet het geval. Noorwegen pakte goud en zilver, Duitsland brons. Bij de biatlon mannen massastart was de Noor Emil Hegle Svendsen nipt de beste in een fotofinish. De Fransman Martin Fourcade moest genoegen nemen met zilver, brons was er Ondrej Moravec uit Tsjechië.
Op de reuzenslalom bij de vrouwen pakte de Sloveense Tina Maze haar tweede gouden plak. Eerder won ze op de afdaling. Olympisch kampioene Anna Fenninger op de super-G in Sotsji pakte zilver. Brons was er voor de olympisch kampioene van 2010 Viktoria Rebensburg. Bij het freestyle skiën op het onderdeel halfpipe ging het goud naar de Amerikaan David Wise. De Fransman Pierre Vaultier was de beste in de snowboardcross.