Ze schaatsen voortdurend zo snel als ze kunnen linksaf rond een betrekkelijk kleine ovaal. Dat doen ze bij wedstrijden, maar ook bij trainingen. En dus zijnshorttrack schaatsers a-symmetrisch: de ene helft van hun lichaam wijkt af van de andere helft. "Dat is maar goed ook," zegt Alex Clark, krachttrainer van het Canadese shorttrack-team tegen de New York Times. "Als je lichaam helemaal symmetrisch is om een a-symmetrische taak uit te voeren, dan zou dat niet goed zijn. De verschillen zijn soms met het blote oog te zien, maar allemaal te meten. De linkerheupen en -bilspieren zijn sterker. De spieren van de onderrug hebben links meer volume. Heup, knie en enkelgewricht zijn links sterken en beter ontwikkeld. "We doen in de sportschool wel trainingen om het effect te verminderen, maar het blijft een feit: we zijn a-symmetrisch", zegt Jessica Kooreman, schaatster uit het Amerikaanse olympische team
Bron(nen): New York Times