Wachtgeld voor politici, het is menig burger een doorn in het oog. Want hoezo kunnen ze niet gewoon een nieuwe baan zoeken. Bovendien hebben ze toch genoeg verdiend om het een tijdje te kunnen uitzingen? Maar krijgen al die ministers, wethouders en Kamerleden nog wel zo makkelijk wachtgeld?
In principe is wachtgeld niet zo gek. Het is gewoon een WW-uitkering. In het eerste jaar krijgen politici 80 procent van hun laatstverdiende loon, in het tweede jaar 70 procent. Tweede Kamerleden verdienen ruim 124.000 euro, ministers meer dan 186.000, dus reken maar uit.
Als hun termijn eindigt, kunnen ze aanspraak maken op wachtgeld, maar ze moeten wel actief op zoek naar ander werk. "Na aftreding hebben ze drie maanden om bij te komen. Daarna moeten ze een reïntegratietraject volgen", vertelt Arie-Paul Eijkelenboom van loopbaanspecialist Transitium Groep
aan RTL Nieuws. Het is de bedoeling dat politici proberen hun wachtgeld te minimaliseren. "Je moet je best doen om het wachtgeld terug te dringen en kunnen aantonen dat je echt je best doet. Er is een instantie die daar toezicht op houdt."
Een politicus kan maximaal 38 maanden wachtgeld krijgen, afhankelijk van hoe lang hij actief is geweest in de politiek, maar de regeling is royaal. Wie minder dan drie maanden in Kamer zat, krijgt toch nog een half jaar wachtgeld. Was iemand tussen de drie maanden en twee jaar Kamerlid dan krijgt hij twee jaar wachtgeld. Bovendien mogen politici wanneer ze minder gaan verdienen in een nieuwe baan hun salaris aanvullen met wachtgeld.