Het kabinet wil dat er in 2030 drie miljoen elektrische auto's in Nederland rijden. Nu zijn dat er nog maar enkele tienduizenden. Waarom het nog niet wil lukken met de elektrische auto? Hij is duur en de actieradius is beperkt. Tom Huyskens van brancheorganisatie Bovag legt uit in het AD: "De prijs daalt alleen als de aantallen die de fabrikanten bouwen stijgen. De vraag in Nederland alleen is daar te klein voor. Dus we moeten het doen met het stimuleren van elektrisch rijden. We hebben al eerder berekend dat je met een aanschafsubsidie van 6000 euro heel ver komt.’’ Hoogleraar transportbeleid Bert van Wee van de TU Delft ziet de toekomst echter zonnig in. Hij verwacht dat over ruim vijf jaar elektrisch rijden even duur is als rijden op benzine. "De prijzen van batterijpakketten dalen nu 15 procent per jaar. Elektrische auto’s kunnen goedkoper en beter worden. De aanschaf van een elektrische auto is weliswaar ook in 2024 nog duurder, maar het onderhoud en de ‘brandstofkosten’ zijn veel goedkoper dan bij een benzineauto. Als we eenmaal dat break even punt bereikt hebben, kan het heel hard gaan.’’ Maar behalve de prijs zijn er meer problemen. Er moet bijvoorbeeld een oplossing komen voor de benodigde 1,8 miljoen laadpalen in Nederland. Op dit moment kan het elektriciteitsnetwerk dat nog niet aan. Mogelijk is er echter een andere optie: de waterstofauto. Die heeft nu al een actieradius van 600 kilometer. Dat haalt geen enkele elektrische auto. Maar ook deze wagens zijn duur. De goedkoopste is de Hyundai Nexo van 75.000 euro. De elektrische auto begint al bij iets meer dan 22.000 euro.