,,Ik leef nu in blessuretijd'', besefte Johan Cruijff in 1991 na een hartinfarct en geslaagde bypassoperatie. Donderdag, ruim 25 jaar later, werd bekend dat de beste voetballer die Nederland ooit heeft voortgebracht op 68-jarige leeftijd in zijn woonplaats Barcelona is overleden. Zijn laatste wedstrijd is voorbij, verloren van longkanker.
Weergaloze voetballer, originele
trainer en prachtige verteller. Goed, hij had het
Nederlands elftal misschien wereldkampioen moeten maken in 1974 of anders in 1978. Maar beter dan Cruijff hebben we ze niet meer gehad. Vandaag de dag spelen FC Barcelona en Bayern München het mooiste voetbal. Volgens de spelopvattingen van Cruijff, beweren ze daar.
'Jopie uit Betondorp' trainde vanaf zijn zesde bij Ajax en debuteerde op zijn zeventiende in de hoofdmacht. Natuurlijk scoorde hij toen tegen GVAV. Drie keer op rij won hij de Europa Cup 1 met zijn eerste club. Daarna liet hij Barcelona schitteren. Bejaarde mannen barsten nu nog in tranen uit als ze denken aan die memorabele zege op Real Madrid (5-0), de favoriete vereniging van de in Catalonië vervloekte dictator Francisco Franco.
Aanval
Waar mogelijk koos Cruijff de aanval, zo ook buiten het veld. Toen Ajax in zijn ogen moeilijk deed, maakte hij aartsrivaal Feyenoord even kampioen. Bij Barcelona botste hij als speler, trainer en adviseur ook herhaaldelijk met de leiding. Recent nog vertrok hij als adviseur bij Ajax, uit onvrede over de beleidsmakers die er in zijn ogen maar weinig van kunnen.
Goed was goed en slecht was slecht bij Cruijff. Hij was geen man van compromissen; als voetballer, trainer en analist niet. Lang had hij naar eigen zeggen twee verslavingen. Voetbal heeft de beroemde nummer veertien zo goed als alles gegeven. Roken nam hem begin jaren negentig al bijna alles af. Soms wel drie pakjes per dag pafte sportman Johan weg. Hij maakte zelfs reclame voor sigaretten, maar na hartproblemen koos hij voor een hoofdrol in antirookcampagnes.
Zo onnavolgbaar als voetballer en revolutionair als trainer was Cruijff ook als spreker. Met oneliners vol van paradoxen, tautologieën en pleonasmen verrijkte hij de Nederlandse taal. Met een plat Amsterdams accent. En dat is dan weer logisch als je in de hoofdstad bent geboren.