Italië heeft in de zware groep D een voorschot genomen op een langer verblijf in Brazilië. Dat was te danken aan de zege op
Engeland (2-1) door
slim en effectief voetbal, niet door oogstrelend spel. Claudio Marchisio en Mario Balotelli scoorden voor het team van Claudio Prandelli. Daniel Sturridge gaf de Engelsen kortstondig hoop op een positief resultaat.
Italië begon wat afwachtend en liet het initiatief graag aan de tegenstander. Vooral de jongelingen Raheem Sterling (19), Danny Wellbeck (23) en Sturridge (24), niet bang voor een slopend duel in de benauwende hitte van Manaus, namen het graag. Het dwong de defensie van de Azzurri en doelman Salvatore Sirigu, de vervanger van de geblesseerde Gianluigi Buffon (enkel), tot waakzaamheid.
Andrea Pirlo, de architect van het Italiaanse elftal, viel voor het eerst op toen hij bij Björn Kuipers een strafschop claimde omdat de bal de arm van Glen Johnson schampte. De Twentse arbiter, op wie weinig aan te merken viel, schudde beslist en terecht van nee. Daarna bemoeide de 35-jarige spelbepaler van Juventus zich ook nadrukkelijke met het spel. Hij leidde de 1-0 in met een gewiekst overstapje, waardoor Marchisio vrij kon aanleggen van een meter of 20. Diens lage, harde schuiver was doelman Joe Hart te machtig.
Perfecte aanval
Engeland schrok niet van de tegenvaller en toonde bijna per ommegaande aan dat ook Italiaanse verdedigers kwetsbaar zijn. Dat gebeurde met een perfecte aanval. Sterling stuurde Wayne Rooney weg op links. De voorzet met links naar Sturridge was uiterst secuur, de afronding door de aanvaller van Liverpool evenzeer.
Hoewel Mario Balotelli net voor rust al een waarschuwing had gegeven - Phil Jagielka kon de bal na de lepe inzet van de spits van Milan nog net uit het doel koppen - maakte de 1-1 de Engelsen zowel optimistisch als overmoedig dan wel onvoorzichtig. Zeker tegen Italië kan dat een dodelijke combinatie zijn. Balotelli bewees het 5 minuten na de hervatting. Gary Cahill verloor hem even uit het oog en prompt was het met een simpele hoofdknik raak. Antonio Candreva was de aangever.
De ploeg van bondscoach Roy Hodgson ging uiteraard opnieuw op jacht naar de gelijkmaker. Dat kostte veel meer energie dan het versterken van de blauwe muur voor Sirigu. Gaten vielen daarin nauwelijks. Het bleef bij een kansje voor Rooney, net naast. Ook vers bloed bleek niet het prestatiebevorderend wondermiddel.