In de strafzaak tegen Quincy Promes heeft het Openbaar Ministerie vrijdag een celstraf van twee jaar geëist. De 31-jarige profvoetballer zou in de nacht van 24 op 25 juli 2020 op een feest in Abcoude zijn neef in zijn knie hebben gestoken. Het Openbaar Ministerie acht zware mishandeling bewezen. Bij het steekincident liep het slachtoffer ernstig letsel op. De neef werd geraakt in een belangrijke pees, waardoor hij zijn linkerbeen lange tijd niet meer kon gebruiken. Hij moest lang revalideren en kan niet meer hurken of rennen. Ook lijdt hij aan posttraumatisch stressstoornis. Promes woont zijn strafzaak in de rechtbank in Amsterdam niet bij wegens contractuele verplichtingen voor de Russische club Spartak Moskou. Promes vreest te worden aangehouden als hij naar Nederland komt, omdat het Openbaar Ministerie hem in een andere zaak wil horen. Voorbeeldfunctie Aan de steekpartij op de verjaardag van Quincy’s broer gingen een ruzie en vechtpartij vooraf. Het motief zou zijn dat de neef in 2016 een ketting ter waarde van 3000 euro zou hebben gestolen van een tante van Promes. In een afgeluisterd gesprek met zijn tante zou Promes hebben gezegd dat hij "de eer had hersteld". Promes is voor eigen rechter gaan spelen, aldus het OM. "Hij had zijn verantwoordelijkheid moeten nemen omdat hij als profvoetballer een voorbeeldfunctie vervult", zei de aanklager. Het OM vervolgde Promes aanvankelijk voor een poging tot doodslag, dan wel zware mishandeling. Later is de aanklacht verzwaard tot een poging tot moord, tot tevredenheid van de advocaat van het slachtoffer die daarop had aangedrongen. Voor een poging tot doodslag is volgens het OM onvoldoende bewijs. Getuigen hebben wel gezien dat Promes meerdere steekbewegingen heeft gemaakt toen zijn neef al op de grond lag. Maar van doodslag is volgens het OM geen sprake, omdat het slachtoffer in de knie is gestoken en niemand heeft gezien dat er op zijn lies of lichaam is gericht.