Een relletje in de onderzoekswereld: vorige week berichtten veel (ook wij) over een
onderzoek waaruit bleek dat
ADHD een hersenziekte is. De hersenen van mensen met de aandachtsstoornis zouden kleiner zijn dan bij normale mensen. Laura Batstra, universitair hoofddocent orthopedagogiek in Groningen, haalt nu fel uit naar de onderzoekers. Volgens Batstra trekken dr. Martine Hoogman van het Radboudumc en haar collega's conclusies die op basis van hun bevindingen geenszins gerechtvaardigd zijn. In schrijft ze: "Wat hierbij wellicht meespeelt, is dat veel van de auteurs banden hebben met de farmaceutische industrie."
De Nijmeegse onderzoekers bekeken ruim drieduizend hersenscans en daar kwam juist bijzonder weinig uit. "Ten eerste is te zien dat de hersenverschillen tussen
kinderen met en zonder diagnose ADHD verwaarloosbaar klein zijn en ten tweede dat die toch al nietszeggende verschillen ook nog vanzelf lijken te verdwijnen als kinderen volwassen worden."
Verwaarloosbaar effect Als je op basis van een hersenscan moet inschatten of een kind ADHD heeft, heb je het 1 of 2 procent vaker goed dan wanneer je puur gokt. "Het gaat dus om 'geen, of een verwaarloosbaar, effect'," aldus de universitair hoofddocent. "En op basis daarvan stelt het NOS Journaal dat 'onderzoek nu aantoont dat je ADHD kunt zien op hersenscans, juist bij kinderen'. Een betere kop boven het artikel in The Lancet Psychiatry zou zijn geweest: 'Peperdure hersenstudie vindt nauwelijks verschil tussen mensen met en zonder de diagnose ADHD'."
Kind de dupe Maar dat klinkt lang niet zo aantrekkelijk. Batstra schrijft: "Het wetenschappelijke tijdschrift, de wetenschappers en de media varen allemaal wel bij de ronduit misleidende conclusies van de Enigma-groep. Het met ADHD gediagnosticeerde kind betaalt de prijs. Dat kind krijgt de onterechte, stigmatiserende en invaliderende boodschap dat het een hersenziekte heeft."