Een internationaal team van wetenschappers beweert dat het welzijn van mannelijke chimpansees en orang-oetans van middelbare leeftijd aanzienlijk afneemt en dat ze ook een soort van midlifecrisis doormaken. Ze geven weliswaar niet al hun spaargeld uit aan een oldtimer cabrio, zoals sommige
mannen plegen te doen, maar de midlifecrisis lijkt niet aan mensen voorbehouden. Het team uit de VS, Japan, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk vroeg dierentuinmedewerkers, verzorgers en anderen die werkten met mannelijke en vrouwelijke chimpansees en orang-oetans van verschillende leeftijden om vragenlijsten in te vullen over de dieren. De vragen gingen over de stemming van elke aap, het plezier dat ze beleefden aan sociale contacten en hoe succesvol ze waren in het bereiken van bepaalde doelen. De laatste vraag was hoe de verzorger zich zou voelen als hij gedurende een week de aap in kwestie zou zijn. Zo werden rapporten verzameld van meer dan 500 chimpansees en orang-oetans uit Sumatra of Borneo. In gevangenschap worden mensapen vaak 50 jaar of ouder. Het dieptepunt in het welzijn van de dieren trad op rond hun 30e: bij de chimpansees als ze gemiddeld 27 waren en bij de orang-oetans als ze 35 waren. Volgens andere onderzoekers is dit onzin: er is niet eens overtuigend bewijs dat er zoiets bestaat als een midlifecrisis bij de mens.