Bij een aanslag of ramp: Waarom is de één een held en de ander niet?

Wetenschap
woensdag, 18 november 2015 om 11:44
welingelichtekringen header 1
  Na de aanslagen in Beiroet en Parijs kwamen de verhalen. Hoe twee mannen zich hadden opgeofferd om het leven van anderen te redden. Zo was er Adel Termos die zich in Beiroet op een zelfmoordterrorist met een bomgordel stortte, en er was Ludovico Boumbas die kogels opving voor zijn vriendin. Twee 'gewone' mannen, twee absolute helden, zo oordeelt de wereld. De vraag is: toonden deze mensen zulke dapperheid? Wat de helden in die laatste momenten dachten, zullen we nooit meer weten en is niet te onderzoeken. David Rand van de Yale universiteit keek daarom naar uitspraken van mensen van over de hele wereld die bij een ramp of een aanslag heldhaftig hadden gehandeld. Hij zocht daarbij naar tekenen die wezen op ofwel het zorgvuldig overwogen hebben van een daad dan wel het gehandeld hebben vanuit intuïtie. Bij ongeveer 90% van de gevallen bleek het heldhaftig handelen te zijn voortgekomen uit intuïtie en instinct. De meesten helden vertelden in een fractie van een seconde te hebben geweten wat te doen, ook al riskeerden ze daarmee hun eigen leven. Volgens Rand hebben onze hersenen twee standen, een snelle denkstand en een langzame denkstand. Langzaam denken gaat bewust, analytisch en logisch. Snel denken omvat de automatische piloot, die direct kan reageren. Waarschijnlijk zaten de helden die tijdens de aanslagen hun altruïsme toonden in de snelle stand en waren ze in hun dagelijks leven al 'helden' en gewend om anderen te helpen - het helpen was deel van hun automatische piloot. Mensen met deze 'standaardinstelling' zijn mogelijk ook empathischer, impulsiever en gevoeliger voor de emoties van anderen, aldus Rand: 'We kunnen allemaal leren van deze helden. Als het je gewoonte wordt om anderen te helpen, wordt dat je standaardhouding. Je cultiveert in feite die goede eigenschappen, ze worden je tweede natuur'.
Bron(nen): BBC Future