Mensen kunnen angst ruiken aan andermans zweet. Die geur roept medelijden op in het brein. Dat is de uitkomst van een onderzoek van Duitse psychologen. Volgens de wetenschappers is voor het eerst aangetoond dat emoties chemisch worden overdragen.
De geur van angst wordt veroorzaakt door mierenzuur, een bijtende stof met een aceton- of azijnachtige geur. Sommige mensen kunnen deze geur beter waarnemen dan anderen, afhankelijk van hun genen. Het ruiken van angstzweet activeert het deel van de hersenen waar de emoties vandaan komen, waardoor er een empathische reactie ontstaat.
Angstzweet heeft ook een andere chemische samenstelling dan zweet dat vrijkomt bij andere emoties, zoals blijdschap of woede. Dat hebben onderzoekers van de Universiteit Utrecht samen met wetenschappers van Unilever R&D ontdekt in 2020. Zij analyseerden het zweet van mensen die naar enge of grappige films keken en vonden verschillende metabolieten (stoffen die ontstaan bij stofwisselingsprocessen) in het angstzweet.
Angst kun je dus echt ruiken, maar niet iedereen kan dat even goed. Het is een manier van communiceren die we delen met veel andere dieren, zoals vissen, vliegen en knaagdieren. Het kan ons helpen om gevaar te herkennen en te reageren op de emoties van anderen.
Bron(nen): Suddeutsche Zeitung