Tot nu toe konden wiskundigen niet voorspellen wanneer er een priemgetal zou volgen. Daarom was er de consensus om priemgetallen te behandelen 'alsof ze willekeurig voorkomen'. Maar wetenschappers van de
universiteit van Stanford hebben nu toch een patroon ontdekt. Tot grote verbijstering van de wiskundewereld. Priemgetallen zijn groter dan 1 en alleen deelbaar door zichzelf en door 1. Ze worden beschouwd als de bouwstenen van de wiskunde, omdat alle getallen ofwel een priemgetal zijn, ofwel het product van meerdere priemgetallen (vb. 23244 = 2 x 2 x 3 x 13 x 149). Leek de volgorde van de priemgetallen willekeurig, nu is aangetoond dat er in het laatste cijfer wel degelijk een soort patroon zit. Alle priemgetallen, 2 en 5 uitgezonderd, moeten eindigen op 1, 3, 7 of 9 want anders zijn ze ook deelbaar door 2 of 5. Als ze willekeurig zouden voorkomen, zou elk van die vier
cijfers 25 procent kans moeten hebben om het priemgetal af te sluiten. Maar nadat een computerprogramma de eerste 400 miljard priemgetallen analyseerde, bleek dat het veel vaker voorkomt dat een priemgetal eindigt op een ander cijfer dan het priemgetal ervoor. Alsof ze 'voorkeuren' hebben dus. Zo is de kans dat een priemgetal eindigend op 1 gevolgd wordt door nog een priemgetal dat eindigt op 1 maar 18,5 procent (in plaats van de verwachte 25 procent). Veel meer kans (30 procent) is er dat een 3 of 7 volgen op een 1. Een 9 volgend op een 1 heeft 22 procent kans. Ook bij andere combinaties noteerde de computer vergelijkbare patronen. "We bestuderen priemgetallen al lang en niemand heeft dit ooit opgemerkt", stelt wiskundig theoreticus Andrew Granville van de universiteit van Montreal en de University College London in . "Dit is krankzinnig." Sommige wetenschappers geloofden het nieuws zelfs niet tot ze de resultaten van de analyse zagen. "Je zou je nu kunnen afvragen wat we allemaal nog meer gemist hebben over priemgetallen."