Als je ervan uitgaat dat je slecht zal slapen, zul je ook daadwerkelijk slecht slapen. Ons gezond verstand wist dat natuurlijk al lang, maar onderzoek aan de Vrije Universiteit van Brussel heeft het nu ook wetenschappelijk aangetoond. Johan Wuyts onderwierp voor zijn promotieonderzoek 16 jonge, gezonde proefpersonen die normaal goed slapen aan een slaaptest. Voordat de proefpersonen gingen slapen, kregen ze te horen dat ze gedurende hun
slaap moesten gaan anticiperen op geluiden. Ze kregen de opdracht om na het horen van een geluidje binnen 30 seconden op een knop te drukken. Pas als ze dit 3 keer gelukt was, zouden de geluiden stoppen. In werkelijkheid kregen de proefpersonen echter helemaal niets te horen. De slaapcondities waren dus in feite optimaal. Dit konden de deelnemers echter niet van tevoren weten: ze gingen slapen met het idee dat ze weer gewekt gingen worden door geluiden. Uit het onderzoek bleek dat de proefpersonen hierdoor minder goed sliepen, ze sliepen minder lang en minder diep dan normaal. Ook de proefpersonen zelf gaven achteraf in een vragenlijst aan dat ze minder goed geslapen hadden. Het onderzoek van Wuyts maakt deel uit van een groter onderzoek naar slapeloosheid, waar veel mensen aan lijden. Dit experiment toont aan dat negatieve slaapverwachtingen daaraan bijdragen.