Doorbraak in tegengaan van kindermishandeling?

Wetenschap
woensdag, 16 december 2015 om 8:00
kindermishandeling

Het autonome zenuwstelsel van moeders die hun kinderen mishandelen reageert minder sterk op het geluid van een huilende baby. Dat blijkt uit het onderzoek van Sophie Reijman, waar zij vandaag aan de Universiteit Leiden op promoveert. In dit onderzoek werden moeders die behandeld werden voor het verwaarlozen en/of mishandelen van hun kinderen vergeleken met moeders die hun kinderen niet mishandelden. Reijman bestudeerde de reactie van het autonome zenuwstelsel door onder meer de hartslag en de huidgeleiding van de moeders te meten, terwijl ze luisterden naar huilende baby’s. Het zenuwstelsel bleek zwakker te reageren bij de mishandelende moeders. Minder sterk en minder adequaat reageren op de fysieke of emotionele behoeften van het kind komt overeen met de meest voorkomende vorm van mishandeling in deze groep, nl. verwaarlozing. Uit een meta-analyse van 12 studies naar fysiologische regulatie als risicofactor voor kindermishandeling bleek verder dat het autonome zenuwstelsel van mishandelende ouders in rust juist actiever was dan dat van ouders die hun kinderen niet mishandelden. Dat betekent dat de activiteit en reactiviteit van het systeem niet overeenkomen met wat er op dat moment nodig is. Kindermishandeling is meestal het resultaat van een wisselwerking van meerdere factoren. Een verstoorde regulatie van het autonome zenuwstelsel kan één van die factoren zijn. De vraag is of je hier ook iets aan kan veranderen. Dan pas kun je kindermishandeling bestrijden. Misschien kan de verstoorde fysiologische reactie hersteld worden door middel van biofeedback. Hierbij worden lichaamssignalen, zoals de hartslag, gemeten en op een beeldscherm weergegeven. Mensen krijgen zo inzicht in hun fysiologische functies en leren controle uit te oefenen op de activiteit en reactiviteit van het autonome zenuwstelsel. Als uit verder onderzoek blijkt dat deze trainingen de verstoorde regulatie van het autonome zenuwstelsel kunnen verbeteren, valt te verwachten dat ze ook in staat zullen zijn om kindermishandeling terug te dringen.

Bron(nen): Universiteit Leiden