"Een deel van de mannen is niet in staat om langdurig bij iemand te blijven"

Wetenschap
maandag, 15 februari 2016 om 16:16
welingelichtekringen header 1

Hoe zit het met de chemie van seks, liefde en relaties? Hoogleraar fysiologie Jan Hindrik Ravesloot (54) van het AMC legt het uit. "Neem nooit beslissingen over je partner als je heel erg verliefd bent," is zijn advies in Liefdesrelaties volgen een patroon dat bestaat uit drie stadia, vertelt de hoogleraar. "Allereerst is er de geslachtsdrift, die enorme energie kan losmaken. Jongens hebben er evenveel van als meisjes en het komt door testosteron. Jongens zijn wel minder kieskeurig en willen vaker naar bed met wildvreemde meisjes dan andersom." "Als het lukt met iemand naar bed te gaan, kan verliefdheid ontstaan," gaat Ravesloot verder. "Vanuit fysiologisch oogpunt krijgt verliefdheid vooral vorm door een verhoogde hoeveelheid van de neurotransmitter dopamine. Verliefd gedrag en de fysiologische weerslag daarvan in de hersenen is niet iets specifieks voor mensen. Ook dieren worden verliefd." "Het derde systeem treedt in als de verliefdheid stopt. Dat merk je als je je gaat ergeren aan je partner. Om in dat derde stadium nog bij je partner te blijven, moet er intimiteit zijn. Mensen vertellen elkaar dan over hun angsten en twijfels, voelen zich gehoord en helpen elkaar bij bijvoorbeeld het realiseren van levensdoelen. Bij dat stadium horen het zogenoemde knuffelhormoon oxytocine en vasopressine, beide neurotransmitters in het brein." Lang niet iedereen is geschikt voor een lange relatie, aldus de hoogleraar. "Uit onderzoek blijkt dat een aantal mannen receptoren heeft die opvallend weinig gevoelig zijn voor oxytocine en vasopressine. Dan lukt het dus gewoon moeilijker of niet om met minder geslachtsdrift en zonder verliefdheid langdurig bij iemand te blijven." Tenslotte twijfelt hij er aan of mensen geschikt zijn voor lange relaties. "Ik denk dat het fysiologische systeem van de mens niet ontworpen is om zo lang te functioneren als het nu doet. De levensverwachting van onze voorouders was zo'n 35 jaar. Nu worden we bijna tachtig. Dan wordt dat derde gedeelte van het systeem wel erg op de proef gesteld. Niet voor niets zie je veel scheidingen."

Bron(nen): Het Parool