Wetenschappers hebben aangetoond dat er structurele verschillen bestaan tussen de
hersenen van ochtendmensen en die van nachtbrakers. Die verschillen zouden ook kunnen verklaren waarom de nachtraven meer kans op een depressie hebben. Of je een vroege vogel bent of een nachtraaf, noemen wetenschappers je chronotype. Ongeveer 10% van de mensen is ochtendmens en 20% is nachtraaf. De rest van de mensen heeft een chronotype dat daar ergens tussenin ligt. Uit eerdere studies was al gebleken dat nachtelijke chronotypes slechter slapen, overdag meer last hebben van vermoeidheid, meer alcohol drinken en meer roken. Eigenlijk lijden zij aan een chronische vorm van jetlag. Onderzoekers van de RWTH universiteit van Aken maakten een DTI-hersenscan (diffusie tensor imaging) van 16 vroege vogels, 23 nachtraven en 20 tussenliggende chronotypes. Met een DTI-scan maak je de verbindingen tussen de hersengebieden zichtbaar in plaats van de gebieden zelf. Dit verbindende hersenweefsel bestaat uit vezelbanen en wordt ook wel ‘witte stof’ genoemd. Uit de scans die de Duitse onderzoekers maakten, bleek dat nachtraven een minder goede kwaliteit witte stof hebben. Hun hersenweefsel bestond grotendeels uit een vettige isolerende substantie (myeline) en dat zorgt ervoor dat de prikkeloverdracht in de hersenen versneld wordt, meer bepaald in gebieden waarvan is aangetoond dat ze verband houden met depressies. Dit zou dan weer te maken kunnen hebben met genetische variaties die de hersenstructuren beïnvloeden. Is daar dan helemaal niets aan te doen? Toch wel. Uit een bleek dat als nachtraven minder blootgesteld worden aan kunstlicht en meer aan zonlicht hun
biologische klok verschuift in de richting van die van avondmensen.