Kleine
mannen zouden lijden aan het Napoleoncomplex - het compenseren van hun geringe lengte met ambitieus, jaloers en agressief gedrag. Dit complex werd omschreven door psycholoog Adler, die ook het minderwaardigheidscomplex definieerde. Maar is er eigenlijk wetenschappelijk bewijs voor? Psychologen steggelen er al jaren over. Ten eerste moet gezegd worden dat Napoleon helemaal niet zo klein was. Met zijn 1.67m had hij een keurige lengte voor de tijd waarin hij leefde. Maar Stalin (1.65m) en Mussolini (1.69m) waren voor hun tijd niet heel groot. Om het rijtje af te maken; Kim Yung un is 1.53m, Ahmadinejad 1.57m en Poetin 1,70m. Toch is er niet te zeggen of hun lengte enige invloed had of heeft op manier van handelen. Wel blijkt uit onderzoek duidelijk dat lengte voordelen heeft. Lange mannen zijn over het algemeen rijker, succesvoller, gezonder en hebben betere liefdeslevens. Gemiddeld zou lengte in geld uitgedrukt neerkomen op jaarlijks ongeveer €800 euro meer per 2,5 centimeter lengte. Ook kwam naar voren dat 58% van de bazen van de grootste Amerikaanse bedrijven langer is dan 1.80m terwijl maar 14% van de bevolking boven de 1.80m is. Waarom lengte verschil maakt, en dan vooral bij mannen, weet niemand. En of kleinere mannen dan voor hun lengtegebrek compenseren? Volgens psycholoog Dr Glenn Wilson is er voor elk klein voorbeeld zoals Napoleon of Hitler (1.73m) ook een lang voorbeeld zoals Sadam Hoessein of Kadhaffie. En vredestichter Ghandi was maar 1.60m. Andere wetenschappers ontdekten juist dat lange mannen sneller hun zelfbeheersing verloren. Kortom, er is geen uitsluitsel over of het Napoleoncomplex bestaat. Onderzoekers zijn het er wel over eens dat kleine, bazige mannen al snel beticht worden van het compenseren van hun lengte terwijl bij lange bazige mannen niemand aan hun lengte denkt.