Winkelwagentjes en deurklinken benaderden we lange tijd met grote voorzichtigheid, want: corona. Maar de studies die aantoonden dat het virus op gladde oppervlaktes dagenlang kan overleven, hebben weinig met de werkelijkheid te maken, zegt een hoogleraar nu. Je wordt niet ziek van een liftknopje.
Hoogleraar microbiologie Emanuel Goldman van de Amerikaanse Rutgers Universiteit, zette al het beschikbare bewijs op een rij en legt zaterdag
in The Lancet Infectious Diseases uit dat de studies die wijzen op de gevaren van een besmette deurklink zijn uitgevoerd met enorme concentraties van het virus, vaak miljoenen tot tientallen miljoenen virusdeeltjes. In werkelijkheid hoesten of niezen we niet meer dan honderden tot duizenden deeltjes uit.
Echte situatieGoldman wijst op
een studie naar het sarsvirus. "De auteurs probeerden de echte situatie na te bootsen met een patiënt die een oppervlak besmet. Maar er werd geen intact virus op het oppervlak gedetecteerd."
Epidemioloog Patricia Bruijning (UMC Utrecht) geeft de hoogleraar gelijk. "Goldman slaat hier de spijker op zijn kop," zegt ze in de Volkskrant. "De studies waarop we onze kennis baseren zijn gedaan in settings waarin ze een enorme klodder virus ergens achterlaten."
Bovendien moet het virus dan eerst zien te overleven op bijvoorbeeld een winkelwagen om dan via de handen van de volgende persoon weer in de neus of ogen te belanden. "Het zal niet nooit gebeuren. En het is misschien anders als je in een ziekenhuis op een covidafdeling werkt," zegt ze. "Maar in de supermarkt kan ik me niet voorstellen dat deze route van overdracht echt een rol speelt."
Ook de WHO erkent in een
technisch rapport dat er nog geen een geval bekend is waarbij iemand op die manier is besmet. Toch houdt de Wereldgezondheidsorganisatie vol dat het mogelijk is. Voor de zekerheid.