De vloeibare oceaan onder het ijzige oppervlak van Saturnus' grootste maan Titan blijkt minder geschikt voor leven dan eerder gedacht. Ondanks de aanwezigheid van organische stoffen zou een mogelijke levensvorm er nauwelijks kunnen gedijen. Dit blijkt uit nieuwe berekeningen van een internationaal onderzoeksteam.
Titan is een fascinerende maan met meren van vloeibaar methaan aan het oppervlak en een diepe ondergrondse oceaan van vloeibaar water. De atmosfeer zit boordevol organische moleculen die als voedingsstoffen zouden kunnen dienen voor microscopisch leven. Tot nu toe werd gedacht dat deze combinatie Titan tot een veelbelovende plek voor buitenaards leven zou maken.
Maar nu hebben wetenschappers minutieus doorgerekend wat er mogelijk zou zijn. Ze onderzochten specifiek of bepaalde bacteriën, die van aminozuren leven, zich in Titans oceaan zouden kunnen vermenigvuldigen. Het resultaat is ontnuchterend: zelfs in het meest optimistische scenario zou er hooguit enkele kilo's aan bacteriële biomassa kunnen ontstaan.
Toch niet uitgesloten
De belangrijkste boosdoener is de trage aanvoer van voedingsstoffen. Hoewel er aan het oppervlak veel organisch materiaal aanwezig is, komt daar maar heel weinig van terecht in de ondergrondse oceaan. Alleen bij zeldzame inslagen van meteorieten smelt er wat ijs, waardoor een klein beetje organisch materiaal naar beneden kan sijpelen.
Toch sluiten de wetenschappers niet helemaal uit dat er leven zou kunnen zijn. Ze suggereren dat er mogelijk geconcentreerde plekken bestaan waar bacteriën wel kunnen overleven, bijvoorbeeld in kleine holtes in het ijs of nabij warmtebronnen op de oceaanbodem.