Als bij iemand eenmaal kanker is geconstateerd, is behandeling de volgende stap. En alvorens een chemokuur en/of bestralingen aan de orde zijn, betekent dat dat de dokter met zijn mes in actie komt. Als de chirurg tijdig en goed zijn werk doet, is de ziekte in beginsel gestopt. Maar wat is de staat van deze behandeling? Chemo en bestralen werden de afgelopen jaren steeds beter dankzij toenemende biochemische kennis, maar dat gold niet voor het aloude snijwerk. De chirurg snijdt de tumor zo compleet mogelijk weg in de hoop dat hij ‘alles’ heeft gevonden. Het zieke weefsel gaat daarna naar een lab waar wordt gekeken of de uiteinden van de tumor een gezonde ‘rand’ hebben. Zo ja, dan is de tumor in zijn geheel verwijderd en is de operatie geslaagd. Inderdaad, nogal primitief. Maar nu het goede nieuws. Professor Roger Tsien van de University of California, San Diego (Nobelprijs chemie 2008) ontwikkelde een lumineuze methode om kankercellen te laten oplichten. En zo kunnen chirurgen precies zien waar de kanker zit en waar niet. Met andere woorden: de tumor is beter dan ooit te lokaliseren. Experimenten met de methode-Tsien hebben inmiddels op muizen hun goede werking betoond. En dat, zo schrijft The Economist, is bijzonder hoopvol.