Vaders komen vaak nauwelijks aan bod in onderzoek naar ouderschap. Gemiddeld blijken ze met jonge kinderen wat onhandiger dan moeders; ze lijken minder goed aan te voelen waar hun kind aan toe is. De vraag is nu of daarbij een rol speelt dat bij hen, voorafgaand aan de geboorte van hun kind, geen of minder hormonale veranderingen plaatsvinden.
Bakermans-Kranenburg gaat met haar team 2 typen vragen onderzoeken met 2 typen experimenten: ‘Enerzijds bekijken we de invloed van een gedragsgerichte interventie op gedrag van vaders en op neurale en hormonale reacties bij het zien of horen van hun kind. Anderzijds onderzoeken we het effect van rechtstreekse beïnvloeding van de hormoonhuishouding op gedrag en op neurale reacties. Daarbij is er voor het eerst ook expliciet aandacht voor beschermingsgedrag, een aspect van het ouderschap dat bij dieren veel aandacht heeft gekregen, maar nog nauwelijks is onderzocht bij mensen. Het onderzoek heeft grote maatschappelijke relevantie, benadrukt Bakermans-Kranenburg: het vergelijkt immers verschillende methoden om de betrokkenheid van vaders bij de opvoeding van hun kinderen te vergroten. Kennis van de effecten van die methoden op de omgang van de vader met zijn kind kan ook helpen om de neurobiologische basis van sensitief ouderschap bloot te leggen. Tegelijkertijd is het ontrafelen van de hormonale en neurale mechanismen van sensitief vaderschap van groot belang voor de theorievorming op het grensgebied van pedagogiek en neurowetenschappen.
Bakermans-Kranenburgs onderzoek, getiteld Father Trials: Hormonal and Behavioral Experiments on Prenatal and Postnatal Parenting, sluit aan bij eerdere studies van de onderzoeksgroep naar vaders met jonge kinderen, en bij hun experimentele studies naar ouderschap en sensitiviteit waarbij het hormoon oxytocine werd toegediend. De ERC Advanced Grant is de grootste persoonlijke subsidie van de EU. De omvang is 2,5 miljoen euro.