De zelfhulpindustrie is er groot mee geworden: leer positief te denken en alles komt goed. Maar dat is dus niet zo. Sterker nog, positief denken kan zelfs een averechts effect hebben. Dat stelt Susan David, professor psychologie aan Harvard. Ze bestudeert al twintig jaar emoties. Steeds meer onderzoek legt het causale verband bloot tussen emotionele starheid, het corrigeren van ongewenste emoties, en de ontwikkeling van een reeks psychische ziekten zoals depressiviteit en angststoornissen. “Als we negatieve emoties proberen te veranderen in positieve gaan we ons gegarandeerd slechter voelen,” zegt ze in Vlaams opinieblad . David pleit voor emotionele flexibiliteit. Dat krijgen we pas als we ons bewuster worden van onze emoties en ze leren accepteren. De professor noemt een interessant experiment. Een aantal vrouwen deed mee aan een afslankcursus. De ene groep moest zich voorstellen dat ze de cursus al hadden afgerond en nu allemaal een slank postuur hadden. Een tweede groep kreeg de opdracht om zich situaties in te beelden waarbij ze misschien in de verleiding zouden komen om zich niet aan hun dieet te houden. Een jaar later was de eerste groep minder kilo’s kwijt geraakt dan de vrouwen die gedwongen waren realistisch over het proces na te denken en met de worstcasescenario’s rekening te houden. “Fantaseren over het gemakkelijk bereiken van je dromen helpt niet”, concludeert Susan David. “Je hersenen voor de gek houden door ze te laten geloven dat je je doel al hebt bereikt, hindert je zelfs.” Positieve fantasieën kalmeren – je bloeddruk wordt meetbaar lager – maar tegelijk zuigen ze de energie weg die we nodig hebben om gemotiveerd te blijven en door te zetten. Wie in de afslankcursus de beste resultaten haalde, had dit te danken aan een combinatie van optimisme en realisme. Het is uiteraard belangrijk om te geloven dat je je doel zult bereiken, maar je moet ook aandacht besteden aan de obstakels die je de weg versperren.
Bron(nen): Knack