Zijn mensen die oorlogsmisdaden plegen gestoorde gekken of gewoon doodnormale mensen? Hoogleraar internationale misdrijven Alette Smeulers van de Rijksuniversiteit Groningen heeft dit vraagstuk dertig jaar lang onderzocht. Ze boog zich over de motieven van oorlogsmisdadigers, terroristen en genocideplegers, en publiceerde dit jaar een boek over haar bevindingen. "Helaas is het onderwerp nu heel actueel", zegt ze in gesprek met
RTV Noord.
Om het antwoord maar meteen uit de doeken te doen: de daders van oorlogsgeweld zijn vaak verrassend normale mensen. Smeulers legt uit: "Als je ziet wat er nu in Israël en Gaza gebeurt, wil je er instinctief afstand van nemen en denken: dát zijn wij niet, dat zijn ándere mensen. Maar de realiteit is dat wij allemaal tot zulke dingen in staat zijn."
Hoe verandert een mens in een dader?
Volgens Smeulers zijn er een aantal verontrustende mechanismen die mensen in staat stellen oorlogsmisdaden te plegen. "Daders zien zichzelf als slachtoffer en degenen die vechten tegen het kwaad. Ze gaan denken dat regels niet voor hen gelden, want in de strijd van goed tegen kwaad is alles gerechtvaardigd. De Palestijnse bevolking heeft een heel legitiem belang, namelijk: een eigen staat. En Israël heeft het legitieme belang om in veiligheid te willen leven. Maar de extremisten onder hen, Hamas en de huidige Israëlische regering, zijn ook daders die hun eigen rol uit het hoofd verliezen.”
Het proces van demoniseren en dehumaniseren
Smeulers schetst hoe het verder uit de hand loopt: "Mensen komen vast te zitten in hun eigen denkbeelden. Ze willen de vijand vernietigen, zichzelf beschermen of een betere wereld creëren. De gedachte dat je zelf goed bent is gevaarlijk, omdat je dan niet meer kritisch reflecteert en niet meer ziet wat je echt aan het doen bent. Het is een geleidelijk proces: eerst demoniseren ze de ander. Ze maken van de tegenstander de personificatie van het kwaad. Daarna dehumaniseren ze hem, ze zien hem niet meer als mens. Dat is het gevaarlijkst. Dan kun je best de moraal hebben dat je een medemens niet mag doden, maar die persoon is geen mens, dus dan mag het wel. Zo werden de Tutsi’s bijvoorbeeld door de Hutu’s kakkerlakken genoemd. Een mens mag je niet doden, maar kakkerlakken mag je wel vertrappen.”
Hoe rechtvaardigt een dader zijn daden?
Wat gebeurt er in de gedachten van een dader, die zelf de trekker overhaalt of een bom gooit? Smeulers legt uit: "De eerste keer dat daders iets gruwelijks doen, schrikken ze vaak en hebben ze het gevoel iets verkeerds te hebben gedaan. Dan is er sprake van cognitieve dissonantie: je denkt dat je iets goeds doet, maar je ziet ook het leed. Dat past niet bij elkaar en daar houden mensen niet van. Dan proberen ze dat op te lossen door het te rechtvaardigen. Daar kan het menselijk brein heel ver in gaan. ‘Als ik dit niet had gedaan, had iemand anders het wel gedaan’ of ‘als ik hem niet had gedood, dan had hij mij gedood.'"
“Een extreem voorbeeld hiervan komt uit het boek Ordinary men, waarin Christopher Browning een groep oudere agenten beschrijft die betrokken was bij het uitroeien van de Joden. Eén agent zei: ‘Ik was de ergste niet, want ik vermoordde alleen kinderen. Degene naast mij vermoordde de moeder en een kind kan niet zonder zijn moeder, dus het was een daad van mededogen om het kind te doden.’ Zover kan een brein dus gaan om de eigen daden te rechtvaardigen.”
Als je eenmaal begint...
Is het dan een soort trein die niet meer te stoppen is? Volgens Smeulers wel. "Het is makkelijker vast te houden aan het geloof dat je het goede doet, dan toegeven dat je iets verkeerd hebt gedaan. Je went er ook aan, het wordt routine en je gaat door op de gekozen weg. Daarbij ga je steeds meer grenzen over. Dat er burgerslachtoffers vallen, gaat erbij horen. Dat hoort bij de grote strijd tegen het kwaad. Geweld is een zelfversterkend iets. Juist door ermee door te gaan, rechtvaardigen de daders hun eigen gedrag. Stoppen zou betekenen dat ze toegeven dat ze fout zitten en dat willen ze niet."
Ze geeft het voorbeeld van My Lai: "Bij het dorp My Lai vond tijdens de Vietnamoorlog een massaslachting plaats door het Amerikaanse leger. Soldaten dachten daar de vijand te treffen, maar in het dorp bleken alleen maar oude mannen, vrouwen en kinderen te zijn. En toch, omdat ze helemaal klaar waren voor de strijd, beginnen ze te schieten en vermoorden ze vijfhonderd onschuldige burgers. Een soldaat die een jaar later werd geïnterviewd zei toen nog steeds: 'Ik heb gewoon bevelen opgevolgd en het juiste gedaan.' De meerderheid houdt vast aan dat eigen gelijk, zodat ze niet de confrontatie met het eigen geweten aan hoeven te gaan.”
Iedereen is vatbaar voor geweld
Kunnen we dan allemaal in zo’n situatie terechtkomen? Smeulers legt uit: "De conclusie is dat we allemaal tot vreselijke dingen in staat zijn, maar niet allemaal op dezelfde manier en om dezelfde redenen. In mijn boek onderscheid ik veertien typen daders, waaronder ook echte sadisten. Maar de meesten zijn gewone mensen die steeds een stapje verder gaan."
Ze geeft het voorbeeld van een soldaat in My Lai die zichzelf liever in de voet schoot dan tegen zijn commandant te zeggen dat ze met een oorlogsmisdaad bezig waren.
Hoe stop het?
Hoe stop je zo'n geweldsspiraal? "In My Lai stopte het moorden uiteindelijk toen een eigen helikopter van het Amerikaanse leger tussen de militairen en de slachtoffers in landde. Vanuit de helikopter zag de bemanning dat er sprake was van een eenzijdige massamoord. Ze hebben hun wapens op hun eigen mensen gericht om het te stoppen.”
“Bij Israël en de Palestijnen duurt het conflict al zo lang, dat ze zichzelf alleen als slachtoffer zien en niet meer zien wat ze de ander hebben aangedaan. Ook hier is dus ingrijpen van buiten nodig: VS, Europa of een coalitie van landen in de regio die met beide partijen gaan praten. Willen we dit oplossen, dan moet Israël de garantie van veiligheid krijgen en de Palestijnen dat ze een eigen staat kunnen opbouwen. We kunnen alleen maar hopen dat partijen, nu er zoveel slachtoffers zijn, tot meer bereid zijn om het tij te keren”, besluit de RUG-onderzoeker.