Tieners kijken bij het zoeken naar een potentiële geliefde naar dezelfde dingen als volwassenen: aantrekkelijkheid is het belangrijkste, maar hij/zij moet ook aardig, eerlijk en betrouwbaar zijn.
Jongeren gaan echter anders om met
emoties in conflicten, en de manier waarop ze die conflicten oplossen - constructief of niet - is niet van invloed op het stand houden van hun relatie. Ontwikkelingspsycholoog Thao Ha (1982) onderzocht romantische
relaties van tieners, keek ze hoe omgaan met relatieconflicten, of dat van invloed is op de duur van de relatie en wat het betekent voor hun welzijn. Op 4 februari 2013 verdedigt zij haar proefschrift '' aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Uit een groep van bijna 2000 jongeren selecteerde ze 80 koppels tussen de 15 en 18 jaar. Die voerden samen een reeks interactietaken uit voor de camera. Een van die taken was het bediscussiëren van relatieconflicten. De koppels werden jaarlijks geobserveerd en konden ook meedoen met een nieuwe partner. Na 3 jaar werden ze nogmaals benaderd om te kijken wie er nog wel of niet meer bij elkaar waren. Na een jaar was de helft van de koppels nog bij elkaar was; na 3 jaar was dat nog maar 5 tot 10%. Uit onderzoek onder volwassenen is bekend dat meer negatieve emoties van partners in een conflict, zoals het uiten van boosheid of minachting, samengaan met meer depressieve gevoelens later. Volwassen partners die ondanks het conflict ook positieve emoties uitwisselen, bijvoorbeeld door humor te gebruiken of affectie te tonen middels een aanraking, hebben later minder last van somberheid. Bij tieners gaat dat niet op. Ook positieve emoties die jongeren uiten tijdens relatieconflicten hangen samen met sombere gevoelens erna. Verder ontdekte Thao Ha dat sombere meisjes kortere relaties hebben, voor neerslachtige jongens geldt dat niet.