Topsporters kunnen zich beter maar wel laten vaccineren. Ze hebben namelijk een relatief grote kans op hartschade na een coronabesmetting, blijkt uit onderzoek van het Amsterdam UMC, waarover de Volkskrant schrijft.
Ruim 4 procent van de topsporters loopt hartschade op nadat ze geïnfecteerd raken met het coronavirus. Hun kans daarop is groter doordat ze met topsport hun hart zwaar belasten.
Voor de studie zijn een kleine honderd sporters, onder wie wielrenners, schaatsers en voetballers onderzocht, die besmet zijn geweest met Covid-19, maar daar weinig last van hadden.
De cijfers zijn minder zorgelijk dan aan het begin van de pandemie werd gedacht, maar toch is onderzoeksleider Harald Jørstad, sportcardioloog in het Amsterdam UMC, er bepaald niet gerust op. "Wat heeft het voor gevolgen dat een paar procent van de jonge sporters met een hartafwijking rondloopt? Dat moeten we goed in de gaten houden," zegt hij in de Volkskrant.
Hoewel het op iets minder dan honderd sporters dus maar om vier gevallen gaat, zijn de cijfers volgens Jørstad representatief. Ook komen ze overeen met internationaal onderzoek.
VaccinatieRelatief veel topsporters zijn huiverig voor een vaccinatie, omdat ze vrezen dat de bijwerkingen hun prestaties beïnvloeden en ook omdat het vaccin in zeldzame gevallen een ontstoken hartspier kan veroorzaken, met name bij jonge mannen. Maar de onderzoekers benadrukken dat de kans op hartschade vele malen kleiner is na vaccinatie dan na een besmetting.
Een woordvoerder van het NOCNSF reageert: "De resultaten ondersteunen de oproep om je te laten vaccineren, een oproep waar wij graag mee instemmen."
Bron(nen): De Volkskrant