Niets: geen licht, geen geluid, geen enkele prikkel, laat staan menselijk contact. De mens is er maar slecht tegen bestand. We raken niet alleen ons tijdsbesef kwijt, ook onze geestelijke vermogens nemen in rap tempo af. De Italiaanse socioloog Maurizio Montalbini bracht bij wijze van experiment 366 dagen in een grot door. Toen hij eruit kwam, was hij ervan overtuigd maar 219 dagen onder de grond te zijn geweest. Zijn slaapwaakritme was, zoals meestal gebeurt bij lange tijd zonder daglicht, veranderd in een ritme van 48 uur: 36 uur wakker, 12 uur slapen. Ook noemde hij zich geestelijk instabiel. Een ander experiment toonde aan wat complete isolatie doet met mensen. Een groep studenten bracht dagen door in afgesloten ruimtes waarin ze zo min mogelijk konden voelen, zien, horen en aanraken. Vanzelfsprekend ontbrak ook ieder menselijk contact. Al na een paar uur werden de studenten rusteloos. Ze zochten naar stimulatie en begonnen te praten en te zingen om de monotonie te doorbreken. Later werden velen angstig of emotioneel. Hun cognitieve vaardigheden namen ook af. Maar het meest schokkend waren de hallucinaties. Meestal begon het met lichtflitsen, lijnen of vormen, die uiteindelijk overgingen in bizarre taferelen, zoals marcherende eekhoorns of een optocht van brillen. De studenten hadden geen controle meer over wat ze zagen, hoorden of voelden. Een man had bijvoorbeeld het gevoel in zijn arm te zijn geschoten. Anderen hoorden een koor zingen. De onderzoekers hoopten de studenten enkele weken te kunnen observeren, maar ze voelden zich zo slecht dat het experiment na enkele dagen is afgebroken. Na het experiment vonden de studenten het lastig om terug te keren naar de realiteit. Ze waren er nog steeds van overtuigd dat de hele kamer bewoog of dat voorwerpen steeds van vorm veranderden.
Bron(nen): BBC