Mark Thomson, de toekomstige directeur van onderzoeksinstituut CERN voorspelt een revolutie in de natuurkunde dankzij kunstmatige intelligentie. De technologie zou zelfs kunnen onthullen hoe ons universum eindigt.
Vernieuwingen bij de deeltjesversneller Large Hadron Collider (LHC) zijn vergelijkbaar met de AI-doorbraak bij het voorspellen van eiwitstructuren, waarvoor Google DeepMind recent een Nobelprijs ontving, zegt Thomson. Met behulp van machine learning kunnen wetenschappers nu extreem zeldzame deeltjes waarnemen die cruciaal zijn voor ons begrip van het heelal.
Na 2030 krijgt de deeltjesversneller een flinke fysieke upgrade. De intensiteit van de deeltjesbundel wordt dan tien keer sterker. Dit maakt het mogelijk om het beroemde Higgs-deeltje beter te bestuderen, en specifiek hoe het zichzelf massa geeft, een fenomeen dat nog nooit eerder is waargenomen.
De LHC verwerkt wanneer die actief is ongeveer 40 miljoen botsingen per seconde. Dankzij AI kunnen wetenschappers razendsnel bepalen welke botsingen interessant zijn. De technologie heeft de onderzoeksmogelijkheden volgens Thomson met twintig jaar vooruit geholpen.
Een spannende ontdekking zou kunnen zijn dat het Higgs-veld niet stabiel is. In dat geval zou het universum theoretisch gezien plotseling kunnen verdampen. Gelukkig is dit geen direct gevaar; het zou pas over miljarden jaren kunnen gebeuren.
Ook hoopt men met AI donkere materie te kunnen opsporen. Deze mysterieuze substantie vormt een groot deel van ons universum, maar is tot nu toe onvindbaar gebleken. Met nieuwe AI-technieken kunnen onderzoekers het dataonderzoek veel breder aanpakken.
Sinds de ontdekking van het Higgs-deeltje in 2012 zijn er geen grote doorbraken meer geweest. Thomson, die in 2026 aantreedt als CERN-directeur, blijft echter optimistisch. Hij stelt dat de combinatie van AI en verbeterde apparatuur zal leiden tot "zeer grote verbeteringen, niet zomaar kleine stapjes vooruit."
Bron: The Guardian