Bij kinderen lopen fantasie en werkelijkheid vaak door elkaar. Veel kinderen geloven dat hun helden bovennatuurlijke krachten bezitten, dat ze gedachten kunnen lezen en in de toekomst kunnen kijken. Bij volwassenen blijkt dat ook nog vaak voor te komen: meer dan 71% van de Amerikanen gelooft in wonderen, 42% gelooft in geesten, 41% denkt dat buitenzintuiglijke waarnemingen mogelijk zijn en 29% gelooft in de astrologie. Hoe valt dat te verklaren? Onderzoekers van de Universiteit van Toulouse onderzochten of cognitieve denkstijlen bepalen waarom mensen in het paranormale geloven. In het eerste experiment kregen studenten te horen dat onderzocht werd of je sterrenbeeld je persoonlijkheid kan voorspellen. Eerst kregen ze een beschrijving van hun persoonlijkheid 'op basis van hun sterrenbeeld'. In werkelijkheid kreeg iedereen dezelfde beschrijving met uitspraken die voor bijna iedereen gelden. Vervolgens werd hen gevraagd hoe nauwkeurig deze beschrijving was. Voorafgaand aan het experiment vulden de deelnemers een test in, waaruit bleek of ze intuïtieve of reflectieve denkers waren. Als je hen een probleem voorlegt, geven intuïtieve denkers het antwoord dat het eerst in hen opkomt. Reflectieve denkers houden deze eerste opwelling kritisch tegen het licht voordat ze antwoord geven. Zowel intuïtieve als reflectieve denkers bleken zich te herkennen in de beschrijvingen, maar reflectieve denkers in veel mindere mate dan intuïtieve denkers. De onderzoekers veronderstelden dat intuïtieve denkers ook meer geneigd zouden zijn om te geloven in bovennatuurlijke verschijnselen. Daarom bedachten ze een experiment, waarbij een andere groep studenten zogenaamd deelnam aan een onderzoek naar telepathie. De onderzoekers huurden een nep-deelnemer in die de gedachten van de studenten zou lezen. Tijdens het experiment trokken de deelnemers een willekeurige kaart uit van een reeks van 5, waarna de nep-deelnemer zei welke kaart het was. Aan de deelnemers werd gevraagd of ze dachten dat dit het gevolg van geluk of toeval was of van buitenzintuiglijke waarnemingen. Niet-reflectieve denkers noemden vaker buitenzintuiglijke waarnemingen als verklaring, terwijl reflectieve denkers het vaker zagen als een toevalstreffer. Waarom geloven intuïtieve mensen eerder in het paranormale? Psychologen hebben daar een verklaring voor bedacht, nl. de combinatie-drogreden. Dit is een redeneringsfout, waarbij mensen ten onrechte veronderstellen dat 2 gebeurtenissen die samen optreden waarschijnlijker zijn dan 1 gebeurtenis. Bv. (A) Linda kan de toekomst voorspellen en (B) Linda kan de toekomst voorspellen en gedachten lezen. In werkelijkheid is de waarschijnlijkheid dat 2 gebeurtenissen tegelijk voorkomen altijd kleiner of gelijk aan de waarschijnlijkheid dat alleen 1 van de gebeurtenissen plaatsvindt. Recent onderzoek heeft aangetoond dat mensen die geloven in het paranormale vatbaarder zijn voor deze combinatie-drogreden. Maakt het wat uit of mensen wel of niet in het paranormale geloven? Ja, want dit soort overtuigingen kunnen schadelijk zijn. Als je mensen alleen maar blootstelt aan een 2-minuten durende samenzwerings-video leidt dit al tot een vermindering van de acceptatie van de wetenschap, het maatschappelijk engagement en prosociaal gedrag. Dit wordt het 'samenzweringseffect' genoemd. Vooral niet-reflectieve denkers zijn hier vatbaar voor en dat maakt hen vaker het slachtoffer van oplichting. Denk maar aan al het geld dat wordt uitgegeven aan mensen die beweren dat ze de toekomst kunnen voorspellen of kunnen communiceren met overledenen. Is er een manier om mensen te beschermen tegen deze valse overtuigingen? Daar zijn wel aanwijzingen voor. Onderzoek toont aan dat als je mensen leert om meer reflectief te denken, ze minder geloven in complottheorieën.
Bron(nen): Scientific American