Duizend vrienden op Facebook, honderden gasten op je bruiloft, het is geen garantie voor een goed sociaal leven. Sterker nog, uit onderzoek blijkt dat die hordes mensen om je heen je niet gelukkig maken. In een fascinerende concludeert wetenschapper Tim Kasser dat mensen in hun sociale netwerk óf op zoek zijn naar populariteit, ze willen zoveel mogelijk vrienden, óf naar affiniteit, ze hebben de behoefte om diepe relaties te ontwikkelen. Degenen voor wie populariteit belangrijker is dan affiniteit, blijken minder gelukkig en gezond, vaker depressief en ze gebruiken meer drugs. Wie de voorkeur geeft aan affiniteit voelt zich duidelijk stukken beter. Helaas streven we in de westerse wereld steeds meer naar populariteit. In 1985 is mensen gevraagd hoeveel vrienden ze hadden met wie ze persoonlijke zaken bespraken. Bijna 60 procent gaf aan minstens drie van zulke vertrouwenspersonen te hebben. Op werd in 2004 voornamelijk met nul geantwoord. Dat, terwijl het zo waardevol is om goede vrienden te hebben. Een ander berekende dat elke dag een goede vriend zien even veel waard is als 100.000 dollar aan extra inkomen. Tenslotte is er nog een interessante van Robin Dunbar. Hij berekende de maximale grootte van sociale groepen op basis van de hersenomvang bij apen en mensen. Daaruit bleek dat mensen maximaal 150 relaties kunnen onderhouden. Dit wordt het getal van Dunbar genoemd. Hij kwam ook met andere cijfers. Mensen hebben meestal vijf anderen die heel dichtbij staan. Daarna volgt een groep van vijftien belangrijke mensen, dan vijftig en dan 150. Alle positieve effecten van sociale relaties komen van de groep van vijftien. Tijd doorbrengen met deze vijftien familieleden en vrienden heeft een directe invloed op je geluk, gezondheid en zelfs levensverwachting. blijken dan ook één ding gemeen te hebben: ze hebben sterke banden met directe familie en goede vrienden.
Bron(nen): Quartz