Bipolaire stoornis, autisme, depressie, het lijken allemaal heel verschillende aandoeningen, maar ze hebben dezelfde genetische basis. Daarom hebben mensen ook vaak meerdere stoornissen tegelijk.
Maar liefst acht verschillende psychische aandoeningen hebben een gedeelde genetische basis. Een recente studie richtte zich op bepaalde genetische varianten om beter te begrijpen hoe ze werken. De onderzoekers zagen dat veel van deze genen langer actief blijven tijdens de ontwikkeling van de hersenen en mogelijk meerdere processen beïnvloeden.
"De eiwitten die door deze genen worden geproduceerd, zijn sterk verbonden met andere eiwitten", zegt geneticus Hyejung Won van de Universiteit van North Carolina. "Veranderingen in deze eiwitten kunnen zich door de hele hersenen verspreiden en brede gevolgen hebben voor het brein."
In 2019 vond een internationaal team 109 genen die in verschillende combinaties gelinkt waren aan acht psychische aandoeningen: autisme, ADHD, schizofrenie, bipolaire stoornis, depressie, het syndroom van Tourette, dwangstoornis en anorexia. Dit kan verklaren waarom sommige symptomen overlappen en waarom bepaalde aandoeningen vaak samen voorkomen. Tot 70 procent van de mensen met autisme heeft ook ADHD, en beide komen vaak in dezelfde families voor.
Naast deze gedeelde genetische factoren heeft elke aandoening ook unieke genetische kenmerken. Daarom vergeleek het onderzoeksteam de genen die specifiek zijn voor één aandoening met de genen die meerdere aandoeningen beïnvloeden. Ze onderzochten bijna 18.000 genetische varianten door deze in voorlopercellen te plaatsen die zich later ontwikkelen tot neuronen. Zo konden ze zien hoe deze varianten de genactiviteit beïnvloeden tijdens de groei van de hersenen.
De onderzoekers vonden 683 genetische varianten die de regulatie van genen beïnvloeden. Vervolgens bestudeerden ze deze verder in neuronen van zich ontwikkelende muizen.
Genetische varianten die betrokken zijn bij meerdere ogenschijnlijk losse kenmerken – in dit geval psychische aandoeningen – worden pleiotroop genoemd. De pleiotrope varianten bleken betrokken bij veel meer interacties tussen eiwitten dan de genen die alleen bij specifieke aandoeningen een rol spelen. Ze waren ook actief in verschillende soorten hersencellen en speelden een rol in processen die op meerdere momenten in de hersenontwikkeling plaatsvinden.
Doordat deze genen brede netwerken en processen beïnvloeden, kan dit verklaren waarom ze een rol spelen bij verschillende aandoeningen. "Pleiotropie werd vroeger gezien als een complicatie, omdat het de indeling van psychische aandoeningen moeilijker maakt", zegt Won.
"Maar als we begrijpen hoe pleiotropie genetisch in elkaar zit, kunnen we behandelingen ontwikkelen die zich richten op gedeelde genetische factoren. Zo kunnen we mogelijk meerdere psychische aandoeningen tegelijkertijd behandelen."
Dit zou nuttig kunnen zijn, aangezien de Wereldgezondheidsorganisatie schat dat een op de acht mensen – bijna een miljard wereldwijd – een psychische aandoening heeft.
Bron: Science Alert