Onderzoekers van de Wisconsin-Madison universiteit in de VS hebben onderzoek gedaan naar de relatie tussen het testosteronniveau en het uitoefenen van
macht. Voor het onderzoek werden mannen en vrouwen gevraagd een scène te spelen. In de scène moesten ze iemand ontslaan. De proefpersonen mochten kiezen hoe ze dat deden: Op de stereotype 'mannelijke manier', namelijk zeker van hun beslissing en respect afdwingend, of op de stereotype 'vrouwelijke manier', dus aardig proberen te zijn en empathie tonen. Het bleek dat het spelen van de twee scènes bij mannen geen effect had. Bij vrouwen wel, en bij beide scènes. Het niveau van het mannelijke hormoon testosteron steeg bij vrouwen of ze nou de typisch mannelijke manier van handelen of de typisch vrouwelijke manier van handelen toepasten. De onderzoekers concluderen dan ook dat 'mannelijk doen' hier niet de factor is, maar het 'handelen met macht'. Werd eerst nog gedacht dat onze hormoonaanmaak bij de geboorte al vaststaat, nu concluderen wetenschappers dat hormoonniveau's niet alleen aangeboren maar ook aangeleerd zijn. 'Het resultaat suggereert dat het competitieve gedrag in de ontslagscène het testosteronniveau heeft doen stijgen, en niet het mannelijk doen. En dat de sociale normen die we aanmoedigen in mannen en vrouwen verantwoordelijk zijn voor de normaal gesproken hogere testosteronniveau's bij mannen.