Kunnen we buitenaards leven opsporen door te zoeken naar sporen van chloor in de atmosfeer van verre planeten? Een internationaal team wetenschappers denkt van wel. Ze hebben ontdekt dat bepaalde moleculen, met name methylchloride, een uitstekende aanwijzing kunnen zijn voor leven op andere werelden.
De onderzoekers richtten zich specifiek op 'Hyceaanse' planeten. Dat is een type planeet dat qua omvang tussen een aarde en een Neptunus in zit, met een dikke waterstofatmosfeer boven een oceaan. Deze planeten zijn talrijk in onze Melkweg en zouden mogelijk leven kunnen herbergen.
Het blijkt dat levende organismen op zulke planeten grote hoeveelheden methylchloride zouden kunnen produceren, vergelijkbaar met hoe bepaalde bacteriën en algen dat op aarde doen. Dit gas zou zich kunnen ophopen in de atmosfeer tot niveaus die we kunnen waarnemen met onze telescopen.
De ruimtetelescoop James Webb zou deze 'vingerafdruk van het leven' al kunnen opsporen na slechts vijf tot veertien waarnemingen van een geschikte planeet. Dat is verrassend weinig. Meestal zijn honderden waarnemingen nodig om zulke subtiele signalen op te pikken.
Methylchloride kan niet zomaar ontstaan door natuurlijke, niet-biologische processen in grote hoeveelheden. Als we het dus aantreffen in de atmosfeer van een verre planeet, is dat een sterke aanwijzing dat er leven aanwezig is.
De onderzoekers voorspellen dat we met toekomstige telescopen, zoals de geplande LIFE-telescoop, dit soort biologische signalen binnen 24 uur zouden kunnen detecteren. Dat zou een enorme sprong voorwaarts betekenen in onze zoektocht naar buitenaards leven.