Fietsen is niet alleen slecht voor je vruchtbaarheid (althans bij mannen, zie http://www.welingelichtekringen.nl/wielrennen-doodsteek-voor-mannelijk-zaad.html), maar ook voor je botten. Uit onderzoek blijkt dat professionele wielrenners een grotere kans hebben op botbreuken dan hun leeftijdgenoten die niet dagelijks op een racefiets zitten. Dit jaar brak de teruggekeerde Lance Armstrong een sleutelbeen, terwijl een andere Amerikaanse favoriet voor de eindzege in de Tour de France, Christian Vande Velde, maar liefst zes botbreuken opliep bij een val in de Giro d’Italia in mei. Het is natuurlijk niet zo gek dat je iets breekt als je met een vaart van 40 kilometer per uur of meer tegen het asfalt smakt. Maar het lijkt erop dat er ook nog een paar andere factoren in het spel zijn. Bij één onderzoek werd de botmassa van 32 mannelijke wielrenners vergeleken met die van sportieve leeftijdgenoten die niet fietsten. De botten van de wielrenners bleken veel minder sterk. De vraag is hoe dat komt. Het kan iets te maken hebben met lichaamsgewicht (de lichtste renners hadden de zwakste botten), maar ook met kalkverlies door zweten. Waarschijnlijk is het dus raadzaam dat coureurs tijdens zware wedstrijden als de Tour hun drinkbidons laten vullen met kalkrijk mineraalwater.
Bron(nen): The New York Times