Woede-uitbarstingen hebben een grote invloed op de kans op hartfalen. Bij mensen die hun geduld verliezen is de kans op een hartaanval bijna vijf keer groter, ook hebben deze mensen drie keer meer kans op een beroerte binnen twee uur na een woede-uitbarsting. De Harvard School of Public Health bekeek duizenden medische dossiers om te zien welk effect boosheid had op de
risico’s en publiceerde deze resultaten in de . In de eerste studie van zijn soort achterhaalden deskundigen dat de kans op een hartstilstand drastisch toeneemt bij mensen met bestaande hartproblemen die meerdere malen per dag kwaad worden. Ook bij mensen die minder regelmatig boos worden en een betere gezondheid hebben, zorgden woede-uitbarstingen voor een vergroot risico. Volgens dokter Murray Mittleman is het aan huisartsen om het risico op hartfalen door woede-uitbarstingen te verkleinen door patiënten te controleren op hun woedegedrag bij medische keuringen en medicijnen of therapie voor te schrijven. Een arts kan bijvoorbeeld cholesterolverlagende medicijnen of antidepressiva voorschrijven. Volgens dokter Elizabeth Mostofsky is het risico op hartfalen door één enkele woede-uitbarsting relatief laag, maar kan het risico zich cumuleren als er sprake is van frequente woede. De studie legt de schuld van hartfalen niet direct neer bij woede, maar suggereert dat woede-uitbarstingen een bijdrage leveren aan het risico op hartfalen. Er is verder onderzoek gepland om te onderzoeken of woede ook invloed heeft op het risico op de lange termijn.