De kans dat Boris Becker, golden boy van het tennis van de 20e eeuw, eindigt in een Engelse gevangenis stijgt. Hij is failliet verklaard en houdt zich niet aan de opdracht alles van waarde over te dragen aan zijn schuldeisers.
Hij moest donderdag alweer voor de rechters verschijnen en zich verweren tegen de aanklacht dat hij geld en goederen had onttrokken aan het faillissement. Becker wordt ervan verdacht tal van bekers en medailles uit het zicht van zijn schuldeisers te houden, waaronder twee van zijn Wimbledon-titels.
Ooi had hij 100 miljoen, maar dat geld is opgegaan aan vrouwen, alimentaties, het afkopen van kinderen en een jetste-leven en dommigheid.
Sinds de tennislegende drie jaar geleden failliet is verklaard, speelt hij een kat- en muisspel met zijn schuldeisers, onder leiding van privébankiers.
Twee jaar geleden probeerde hij de schuldeisers van zich af te houden door zich als sportambassadeur van de Centraal-Afrikaanse Republiek te beroepen op diplomatieke onschendbaarheid. Het land wist van niets, dus het bood met een tijdje soelaas.
Naast twee Wimbledonbekers, schrijft
De Morgen, zou het onder meer gaan om een Davis Cup, olympisch goud (dubbelspel met Michael Stich) en de twee titels die hij op het gras van de Australian Open heeft gepakt. Becker, een mondkapje dragend met de tekst
Stronger Together, ontkende zich aan fraude te hebben bezondigd. Van de rechter kreeg de verdachte, die tegenwoordig vaak wordt gezien met het topmodel Layla Powell, te horen dat het strafproces volgend jaar september zal beginnen.