'Born this way': het was jarenlang hét argument om christenen en anderen die
homoseksualiteit afkeuren de mond te snoeren, maar de
theorie dat je seksuele oriëntatie aangeboren is, wankelt, schrijft Asha ten Broeke in . Uit een grote Zweedse tweelingenstudie uit 2010, de beste die op dit moment beschikbaar is, blijkt dat homoseksualiteit bij mannen voor 35 procent genetisch is en bij vrouwen maar voor zo'n 18 procent. De invloed van de omgeving was bij beide seksen veel groter, namelijk ongeveer 64 procent. Het gaat dan niet om opvoeding, maar om bijvoorbeeld levenservaringen als een eerste liefde of het karakter dat bij eeneiige tweelingen toevallig anders ontwikkelt. Één verklaring voor het feit dat bij sommige tweelingen de een wel homoseksueel wordt en de ander niet, is de testosterontheorie. De ene foetus zou in de baarmoeder aan meer testosteron worden blootgesteld dan de ander, waardoor de foetussen een verschillende seksuele voorkeur kunnen ontwikkelen. Op deze theorie valt echter een hoop af te dingen. Zo is er onderzoek gedaan door hoogleraar Rebecca Jordan-Young van Barnard College naar meisjes met CAH, een aandoening waarbij ongeboren hersentjes langdurig worden blootgesteld aan een uiterst hoge dosis testosteron. Als dit hormoon zo belangrijk zou zijn, zou je verwachten dat deze meisjes veel vaker lesbisch zijn, maar dat is niet zo. Dan is er nog een argument dat tegen de genetische aanleg voor homoseksualiteit pleit, namelijk de veranderlijkheid van seksuele voorkeuren. Tien jaar lang volgde hoogleraar Lisa Diamond van de universiteit van Utah een groep niet-heteroseksuele vrouwen. Twee derde van hen bleek minstens eenmaal van seksuele oriëntatie te wisselen, wat lastig is als een van de voorkeuren aangeboren zou zijn. Steeds meer mensen pleiten er dan ook voor om in het politieke debat over homo-emancipatie niet langer het 'born-this-way'-argument te gebruiken, maar om seksuele diversiteit te omarmen, omdat er simpelweg niets mis mee is. Er geldt dan een meer moreel dan wetenschappelijk argument: dat niemand het recht heeft om zich te bemoeien met de liefde tussen twee volwassenen, zolang ze die met wederzijdse instemming bedrijven.