In Europa bereidt een nieuwe generatie kroonprinsen en kroonprinsessen zich voor om de koninklijke fakkel over te nemen van hun ouders. Deze jonge royals staan aan de vooravond van een tijdperk waarin ze niet alleen symbolen van traditie zullen zijn, maar ook vertegenwoordigers van moderniteit en verandering binnen hun respectievelijke monarchieën. Dat valt althans te hopen voor liefhebbers van de monarchie
Prinses Amalia van Nederland, de Prinses van Oranje, is een van deze toekomstige vorsten. Op 7 december 2003 geboren als het eerste kind van Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima, is zij de eerste in de lijn van troonopvolging sinds de inhuldiging van haar vader in 2013. Amalia heeft haar vwo gymnasium cum laude afgerond en na een tussenjaar is ze in september 2022 begonnen met haar verdere opleiding.
In België staat Prinses Elisabeth, de oudste dochter van Koning Filip en Koningin Mathilde, klaar om haar vader op te volgen. Zij heeft al een officiersopleiding gevolgd en studeert geschiedenis en politiek aan het Lincoln College, Oxford University. De Belgische Grondwet werd in 1991 gewijzigd, waardoor ook prinsessen de troon kunnen bestijgen.
Prinses Ingrid Alexandra van Noorwegen, de tweede in lijn voor de Noorse troon na haar vader Kroonprins Haakon, is een ander voorbeeld van een jonge royal die zich voorbereidt op haar toekomstige rol. Zij werkt momenteel als schoolassistent na haar afstuderen.
In Zweden is Prinses Estelle, de dochter van Kroonprinses Victoria, de tweede in lijn voor de troon na haar moeder. Hoewel ze nog jong is, wordt ze al voorbereid op haar toekomstige rol als koningin.
Spanje's Prinses Leonor, de oudste dochter van Koning Felipe VI en Koningin Letizia, heeft ook haar eerste toespraken gehouden en is begonnen aan een driejarige militaire opleiding.
Deze jonge royals delen een gemeenschappelijke uitdaging: ze moeten de balans vinden tussen hun publieke plichten en hun persoonlijke vrijheid. Ze groeien op in een tijdperk waarin de media alomtegenwoordig zijn, wat zowel kansen als uitdagingen met zich meebrengt. Hun opleiding en training zijn gericht op het voorbereiden op hun toekomstige rollen, maar ook op het vormen van hun eigen identiteit binnen de grenzen van de monarchie[1].
Deze generatie kroonprinsen en -prinsessen staat symbool voor een moderne monarchie, waarin gelijkheid en emancipatie steeds belangrijker worden. Ze zijn opgegroeid in een wereld waarin de verwachtingen van vrouwelijke vorsten hoger zijn dan die van hun mannelijke collega's, en waarin ze worden opgeleid om zowel hun land te vertegenwoordigen als om te gaan met de complexiteiten van de moderne wereld[1].