Spits sprak met een Nederlandse bioloog die in 2001 acht maanden gegijzeld werd door de FARC. Hij ergert zich aan de heldenstatus die 'onze' Tanja in de Nederandse media krijgt.
'Ze mag dan misschien een leuk smoeltje hebben, als je interviews met haar leest is het een heel eng mens. Tanja weet heel goed hoe de realiteit er bij de FARC uitziet, blijkt uit haar dagboeken. Zij zit er misschien zelf voor het rode ideaal, de jongens en meisjes die mij bewaakten zaten daar omdat ze drie keer per dag te eten kregen. Het is verre van idealistisch. Ze mochten geen contact hebben met hun familie, probeerden ze terug te gaan, dan werden ze geëxecuteerd. De FARC is al jaren niet meer marxistisch bezig. Het is een criminele bende, wat Tanja ook denkt. Ik hoop echt dat ze na de vredesbesprekingen een fout maakt en tegen de lamp loopt. Dat ze terecht zal staan voor haar daden, want ze hoort thuis in de gevangenis in Scheveningen.' 'Tanja is in mijn ogen een terrorist. Zij huppelt een vliegtuig uit en stuurt een liedje de wereld in. Ik wil de duizenden euro’s losgeld die mijn ouders hebben moeten betalen terug, ik wil de acht maanden die ik vastzat terug, en ik wil mijn dromen die ik tijdens mijn gijzeling verloren heb, terug. Een liedje, daar doe ik het niet voor.'
Bron(nen): Spits