Het is dit jaar precies tien jaar geleden dat Anouk het Eurovisie Songfestival weer op de kaart zette in Nederland. Haar negende plaats in Malmö markeerde achteraf de ommekeer: met acht finaleplaatsen uit negen deelnames groeide Nederland uit van het slechtst presterende land tot een van de best scorende.
"Dat zij ons benaderde kwam als donderslag bij heldere hemel", herinnert toenmalig TROS-directeur Peter Kuipers zich. Toen zijn omroep enkele jaren daarvoor de organisatie op zich nam, bleek het songfestival allerminst aantrekkingskracht onder Nederlandse artiesten te hebben. "Wij wisten niet dat op dat moment zo weinig artiesten bereid waren om mee te doen. Wij hoopten op gearriveerde artiesten maar dat bleek eigenlijk niet aan de orde. Het was een zoektocht naar vrijwilligers, om het zo maar te zeggen."
De TROS probeerde vele artiesten te overtuigen, probeerde van alles, maar "niemand was bereid". Ook een nationale finale laten organiseren door John de Mol in 2012 hielp niet: het songfestivaloptreden van winnares Joan Franka leverde geen finaleplaats op. Het was de achtste gemiste finale op rij, een nieuw record. Dat Anouk een jaar later zich vrijwillig aandiende was dan ook een groot geschenk, stelt Kuipers. "Daarna is er een buzz ontstaan hoe mooi het kan zijn voor je carrière om ook deel te nemen aan het songfestival. En in één keer stond iedereen op de stoep."
Dankbaar
Dat merkte ook Eric van Stade, sinds 2014 directeur van AVROTROS en lid van de selectiecommissie. "Zij heeft ervoor gezorgd dat het songfestival voor artiesten toegankelijker werd zonder angst voor de wedstrijd, en dat je daar heel goed uit kan komen als je gewoon een heel goed liedje hebt." The Common Linnets, tweede in 2014, is daarvan een uitstekend voorbeeld, vindt hij.
Het Nederlandse songfestivallandschap is volgens hem totaal veranderd. "Dat is begonnen bij Anouk en na The Common Linnets heeft dat een enorme vlucht genomen. We mogen Anouk dus wel dankbaar zijn dat zij toen het lef heeft gehad om op te staan. En lef heeft ze, dat weten we."
Hit
Kuipers sluit zich daarbij aan. "We wisten: als je eenmaal succes hebt, kun je weer minstens twintig jaar vooruit. In Duitsland was dat ook zo. Daar had ook jarenlang niemand gewonnen en was de aandacht tanende", stelt de huidige KRO-NCRV-directeur. Na de Duitse winst in 2010 was het songfestival er direct weer een hit. "Dat had Nederland ook nodig. En dat hebben we de afgelopen jaren ook gezien."
Of de Nederlandse inzending van dit jaar, Mia Nicolai en Dion Cooper, ook de finale zullen halen is nog spannend. Dinsdag zingen zij hun lied Burning Daylight in de eerste halve finale.