Waarom zoveel deelnemers in de eigen taal zongen op het Eurovisie Songfestival

Beroemd
zondag, 23 mei 2021 om 12:15
welingelichtekringen header 1

Er was een tijd dat je verplicht in je eigen taal moest zingen op het Eurovisie Songfestival. Toen dat niet meer hoefde, werd er massaal overgestapt op het Engels. Recentelijk is er weer een opleving van de eigen taal. Dat lijkt echter meer ingegeven door de winstkansen dan door vaderlandsliefde.

Sinds 1999 mogen deelnemers zelf bepalen in welke taal ze zingen. In de finale van gisteravond koos de helft van de artiesten ervoor om niet (volledig) in het Engels te zingen. Dat zullen ze gedeeltelijk heus doen omdat ze zo van hun eigen land en taal houden, maar waarschijnlijk denken ze er ook gewoon hun winstkansen mee te vergroten.

Want telkens wanneer een land wint dat in de eigen taal zingt, volgen er in de jaren erna een aantal deelnemers dat voorbeeld. Nadat de Servische Marija Šerifović in 2007 won met het nummer Molitva, koos in het jaar erna plots meer dan de helft van de deelnemers voor een song die niet in het Engels was.

Het hielp niet. Het zou tot 2017 duren voor er weer een land won dat met een lied in de eigen taal kwam. Tussendoor daalde het aantal niet-Engelse songs tot minder dan 20 procent. De ommekeer kwam met Salvador Sobral, de Portugees won in 2017 met Amar Pelos Dois.

Het jaar erop schoot het aantal niet-Engelse nummers omhoog naar 33 procent, maar pas gisteravond ging de winst voor het eerst weer naar een nummer in de eigen taal. De Italiaanse rockgroep Måneskin won met Zitti e Buoni.

24905