Youpin De : "Ik heb echt op het randje van de dood gebalanceerd. Ze hebben mijn borstkas zeven uur open gehad, met klemmen ertussen. Zes bypasses zijn er gemaakt, daarna hebben ze de boel weer dichtgenaaid. Met ijzerdraad.'
'Ik was een soort waxinelichtje dat langzaam uit- ging. Ik werd steeds somberder omdat het niet beter ging. Het werd zelfs alsmaar slechter, terwijl de artsen niets konden vinden. Dan voel je je zo'n wachtkamerzeikerd. Ik was zó moe. Als ik uit een voorstelling kwam, moest ik gelijk mijn bed in. Als ik zat te lezen, vielen mijn ogen dicht. Ook als ik tv keek of in de bioscoop zat. Daar ga je niet vrolijker van denken. Ik ging denken: als het zo door moet... In Houten kreeg ik tijdens een voorstelling zulke pijnscheuten dat ik de voorstelling liggend heb gespeeld. Zeven weken later heb ik in Papendrecht het podium na tien minuten moeten verlaten. Ik zag groen en geel, lag in de kleedkamer te klappertanden en te transpireren. 'Is er een dokter in de zaal?', werd er gevraagd. Er waren er twee, nog mazzel dat ik altijd zoveel kakkers in mijn publiek heb. Elke ochtend had ik mijn manager Hans aan de lijn die vroeg hoe het ging. En elke keer was het antwoord: 'Het gaat gewoon niet. Het gaat gewoon niet.' Maar niemand wist hoe ze me konden helpen.'
'Wat me erg heeft veranderd, is dat ik toen heb ingezien hoe stapelverliefd mijn gezin op mij is. (...)Ik woon in een van de mooiste huizen van de stad, ik heb het leukste leven dat er is, ik heb elke avond volle zalen. Als ik dan nog ga zeiken... Kijk, dat ze in Aleppo een beetje klagen, dat snap ik. Maar ik snap er niets van dat een heleboel mensen dat hier in Nederland doen. Over een overhangende tak van de buren, waar De Rijdende Rechter dan voor langs moet komen, over hun chef op het werk, er wordt wat afgezeken in het leven. Een heleboel mensen leiden een leven dat ze eigenlijk niet hadden willen leven. Doe dat niet, morgen ben je dood. Lééf, besta. Het is je eigen keuze met een takkewijf te trouwen of die veel te hoge hypotheek te nemen. Dus zeik er niet over.'
Bron(nen): De Volkskrant