Al Capone was de mega-boef die volksheld werd. Hij was superrijk en heel slecht, maar hij slaagde er in de indruk te wekken dat hij een soort Robin Hood was, een volksheld. En de mensen trapten er massaal in. Op het toppunt van zijn roem gedroeg hij zich als een superster en gaf hij aan ‘bevriende’
journalisten interviews waarin hij een pocherige inkijk in de werking van zijn ‘Chicago Outfit’ gaf. Zo vertelde hij dat hij 185 mensen op zijn persoonlijke loonlijst had staan die hij elk 300 à 400 dollar per week betaalde. Want hij hield van opscheppen, van de media en van liegen. Biografe Deirdre Bair kreeg als eerste medewerking van de familie Capone om diens leven te beschrijven. In een interview met zegt ze: "In de jaren twintig en dertig vergaapte het hele land zich aan Al Capone, net zoals iedereen nu zit te staren naar
Donald Trump, die andere brulboei die vroeger hard bezig was met het opstapelen van geld. Iedereen vindt hem fantastisch en houdt van hem. ‘De mensen’ hielden ooit ook van Al Capone, tot ze zich op een bepaald moment massaal tegen hem keerden en hij in de cel eindigde. We leven dus op
hoop. "