Peter De Waele voert als pedofiliespeurder al 15 jaar huiszoekingen uit bij verdachten van zedenfeiten met minderjarigen. Zijn boek 'Kan je een geheim bewaren?' is een soort van een pedofiliewegwijzer voor dummies. Een fragment.
'Zelfs na al die jaren zedenwerk sta ik nog altijd wat onwennig rond te drentelen wanneer ik, meestal rond vijf uur in de ochtend, voor een woning sta om de zoveelste huiszoeking uit te voeren. Ik zie dan een beeld van de nietsvermoedende inwoners die binnen enkele ogenblikken wel door een zeer onaangename wekdienst bruusk uit hun slaap zullen worden gehaald. Wanneer we door het vooronderzoek weten dat er wellicht ook kinderen aanwezig zullen zijn, wordt de interventie des te delicater. We moeten immers ook in hun kamer speuren naar bewijsmateriaal: niet zelden wordt bezwarend materiaal weggestopt in ruimtes waarvan de dader hoopt en vermoedt dat de politie ze tijdens een huiszoeking zal overslaan. (...)
Net voor ik aanbel, realiseer ik me altijd weer dat mijn rechterwijsvinger een tijdbom in werking zet die, wanneer de beschuldigingen kloppen, even later een mensenleven zal doen ontploffen. De onherstelbare schade van deze explosie is niet min: meestal verliest de pedoseksueel in een mum van tijd zijn vrouw, zijn kinderen, zijn werk, zijn vrienden, zijn familie. Kortom, zijn ‘bestaan’. Want ook als achteraf blijkt dat de huiszoeking onterecht was, dan nog zal het leven van de verdachte nooit meer hetzelfde zijn als voorheen. Op het ogenblik dat men iemand het etiket pedofiel opkleeft, is dat vrijwel voor eeuwig. (...)
Je zou verrast zijn mocht je weten wat er zich achter heel wat voordeuren afspeelt. Allereerst zijn er de hygiënische omstandigheden. Het is echt niet voor te stellen hoe sommige mensen leven. Bedden met daaronder bevuilde slips, bebloede maandverbanden, petflessen vol urine en gebruikte condooms. Ooit belandden we voor een zoeking in een slaapkamertje van een pedofiel. Er lag metershoge rommel, waarin enkel één klein vies plekje nog vrij was, totaal ingesloten door deze puinhoop. Daar sliep de man op een laken en een kussen dat oorspronkelijk wit moet zijn geweest, maar dat intussen geelbruin gekleurd was, met vlekken. (...)
Het is normaal dat je er voordat je aan de inval begint, op rekent dat je goed zit, maar niet zelden hoop je bij de ontdekking van duizenden dvd’s en cassettes dat de volgende kamer ook niet propvol gegevensdragers staat. Je moet uiteraard iedere dvd of cassette bekijken. Dat vergt veel energie, fysiek maar vooral psychisch. Je hoeft geen psycholoog te zijn om te weten dat het bekijken van kinderporno je wereldbeeld niet verbetert'.
Bron(nen): Knack