Gedicht van Komrij op de ochtend na de moord op Fortuyn

Boeken
zaterdag, 07 juli 2012 om 10:22
welingelichtekringen header 1

De zittende politicus Hij heeft nog nooit gedanst. Hij kent zijn doel. Nog nooit is op zijn vale klerkensmoel Zomaar een lach verschenen, maar die nacht, Nadat de gek de nar had omgebracht, Kroop hij zijn bed uit, glimmend van de pret, En maakte hij onbespied een pirouette. Dank, dank, riep hij, het monster is geveld. Hij oefende het woord 'geschokt' voor morgen En sliep als twintig ossen kunnen slapen. Straks is hij, voor de camera, vol zorgen. Natuurlijk is hij zwaar tegen geweld. Daar klinkt verdomd weer zijn belegen lied. Hij loopt op straat, ondragelijk rechtschapen, En ziet nog steeds het echte monster niet.